Milieujaarplan 2000

algemeen:

milieujaarplan:

  Milieujaarplan 2000 Gemeentelijk Milieubeleidsplan 2000 - 2004
korte termijn-acties
prio-
riteit
nr actie nr actie
Afvalpreventie
  5 Anti-zwerfvuilcampagne uitvoeren met de nadruk op afval voorkomen; opruimen van de oude spoorwegbermen ev. i.s.m. PWA of aanverwante alternatieven    
  6 Verspreiden van de sticker ‘geen ongeadresseerde reclame aub’ en bekendmaking van de Robinsonlijst verder zetten    
  8 Deelnemen aan gewestelijke preventiecampagnes en -netwerken voor zover deze bestaan    
      AF1a1 het opstellen van een afvalpreventieplan
  7 Promoten van afvalvoorkoming op evenementen i.s.m. organisatoren; aankoop en ter beschikking stellen van herbruikbare bekers en recipiënten voor gescheiden inzameling AF1a3 bij elke manifestatie of evenement maatregelen treffen om afval te voorkomen en te sorteren
  1 Compostmeesterwerking uitbouwen: nieuwe compostmeester zoeken en opleiden; opening van de vernieuwde demonstratieplaats thuiscomposteren; bestaande werking verder zetten en uitbreiden met sensibilisatie rond het gebruik van de kip, de wormenbak en compostsilo’s AF1a5 thuiscomposteren actief ondersteunen
  9 Werking van de kringloopwinkel Opnieuw en Co verder ondersteunen en promoten AF1a6 samenwerken met de kringloopwinkel Opnieuw en Co
  4 In samenspraak met de scholen een afvalpreventie-actie uitwerken AF1a7 afvalpreventie-acties i.s.m. de scholen organiseren
  10 aanpassen van het aankoopbeleid waar nodig AF3a1 het aankoopbeleid van de stedelijke diensten aanpassen met oog voor afvalpreventie
  10 Afvalpreventieproject voor de eigen diensten uitwerken in overleg met alle betrokkenen; recto-verso kopiëren; kringlooppapier gebruiken (eerst bij enkele proefprojecten) AF3a2-3 sensibilisatie rond afvalvoorkoming binnen de eigen diensten organiseren
  2 Sensibilisering rond afvalvoorkoming: tentoonstelling ‘Afvaldieet' ; verdeling van de katoenen draagtassen; artikels in Mortsel-info; actie in samenwerking met bepaalde groepen van handelaars (vb.bakkers, slagers, ...) en verenigingen AF1i1 sensiblisatie-acties rond afval voorkomen voor de inwoners uitvoeren
      AF1i2 minder afval campagne organiseren i.s.m. de handelaars en winkeliers
Afvalrecyclage
      AF1a2 jaarlijkse evaluatie en eventueel bijsturing van het afvalbeleid uitvoeren
  12 opvolgen van het afvalbeleid en in het bijzonder de nieuwe grof huisvuilophaling en het recyclagepark AF2a1 constante opvolging van de afvalstromen en bijsturen waar nodig
  11 het voeren van een sensibilisatiecampagne rond de nieuwe GFT+ zak in de loop van het voorjaar. Alle inwoners ontvangen hierbij een nieuwe GFT+ zak. AF2a2 de GFT+ ophaling optimaliseren
  3 Evaluatie en bijsturing van de retributiesystemen voor de ophaling en verwerking van afval AF2a3 de prijs van de restafvalzakken verhogen en afstemmen op de prijs van de buurgemeenten
      AF2a4 de werking van het recyclagepark opvolgen
      AF2a5 een betere scheiding van het grof huisvuil trachten te verkrijgen
  14 de gescheiden inzameling van afval binnen de eigen diensten optimaliseren. AF3a4 infrastructuur voorzien voor het scheiden van afval bij de eigen diensten
  13 de nieuwe reglementering inzake bedrijfsafval (uitvoeringsplan bedrijfsafval, terugnameplicht, verpakkingsafval) opvolgen en waar nodig vertalen in nieuwe stedelijke initiatieven terzake. hierbij dient er vanuit te worden gegaan dat de reële ophaal- en verwerkingskosten moeten worden aangerekend. AF4a2 het aanbieden van bedrijfsafval tijdens de ophaling van huishoudelijk afval strenger controleren
Water: integraal waterbeheer
  15 er wordt door alle betrokkenen deelgenomen aan de VMM-studiedag rond de gescheiden opvang van regenwater, waar mogelijk zal ook aan andere studiedagen worden deelgenomen WA1.a.1-2 opleiding rond integraal waterbeheer voorzien voor alle betrokken ambtenaren, opvolgen van nieuwe projecten m.b.t. de toepassing van intergraal waterbeheer
      WA2.a.1 nieuwe metingen van de oppervlaktewaterkwaliteit uitvoeren
  16 Het bestek voor de opstelling van het totaal afkoppelingsplan opstellen en uitschrijven; WA3.a.1 een Totaal Afkoppelingsplan laten opstellen
  17 Blijvende controle op de wetgeving inzake het lozen van afvalwater WA3.a.6 een strikte controle op de lozing van afvalwater uitvoeren
      WA3.a.7 de lozing van afvalwater in de oppervlaktewateren stop zetten.
  16 Bij nieuwe BPA’s en verkavelingsvergunningen zal zoveel mogelijk gescheiden opvang van hemelwater voorzien worden. WA4.a.5 in bouw- of verkavelingsvergunningen een maximum percentage aan verharde oppervlakte vastleggen
  16 In dit kader zal ook worden nagegaan op welke manier het opgevangen hemelwater kan geborgen worden o.m. in private vijvers en grachten en in de bestaande grachten en beken. WA4.a.9 mogelijkheden onderzoeken om regenwater te bergen in private vijvers en grachten
      WA4.a.10 de drainagegracht van spoorweg 25B afkoppelen van de riolering
      WA6.a.1 een onderzoek uitvoeren om piekdebieten in de waterlopen op te vangen en bij langdurige droogte een minimale waterstand te behouden
      WA6.a.3 demping, rechttrekking of inbuizing van grachten en beken vermijden
  18 De in het milieubeleidsplan voorziene verzoeken aan de betrokken overheden overmaken WA1.i.1 AMINAL afd.water verzoeken om binnen de bekkencomité’s ook kleinschalige problemen aan te pakken
  18 De in het milieubeleidsplan voorziene verzoeken aan de betrokken overheden overmaken WA1.i.2- de provincie Antwerpen te verzoeken om de principes van integraal waterbeheer en natuurgericht oever- en ruimingsbeheer toe te passen
  18 De in het milieubeleidsplan voorziene verzoeken aan de betrokken overheden overmaken WA5.i.2 OVAM te verzoeken om de nodige mogelijkheden te voorzien om slib te kunnen verwerken of storten.
  18 De in het milieubeleidsplan voorziene verzoeken aan de betrokken overheden overmaken WA6.i.1-2 de provincie Antwerpen te verzoeken om meer betrokken te worden bij het beheer van de waterlopen
Water: Duurzaam omgaan met water
  21 Het hergebruik van regen- en proceswater waar mogelijk in vergunningen opleggen DW1.a.2 in milieuvergunningen het hergebruik van hemel- en/of proceswater opleggen
  20 het kenbaar maken van het subsidiereglement terzake via alle voornoemde kanalen DW2.a.1-2 het subsidiereglement m.b.t. opvang, hergebruik en infiltrate van hemelwater kenbaar maken aan de bevolking en evalueren en aanpassen waar nodig
  20 de uitbouw van een demonstratie-installatie; het begeleiden en informeren van kandidaat-bouwers DW2.a.3 zoveel mogelijk informatie over opvang, hergebruik en infiltrate van hemelwater ter beschikking stellen van de bevolking
  19 Opstellen van een inventaris van de stedelijke gebouwen m.b.t. de mogelijkheden voor gescheiden opvang en hergebruik van regenwater DW3.a.1-2-3 stelselmatig alle stedelijke gebouwen aanpassen m.b.t. hergebruik of infiltratie van hemelwater, de plaatsing van spaardouchekoppen en toiletten met spaartoets en de bevolking hiervan in kennis stellen
  20 Sensibilisatie rond duurzaam watergebruik, regenwatergebruik, infiltratie en rationeel watergebruik; het publiceren van een informatief middenkatern in Mortsel-info; DW1.i.1-2 sensibilisatie voor de inwoners m.b.t. duurzaam omgaan met water en de voordelen van een watermeter t.o.v. het forfaitair tarief
  22 De in het milieubeleidsplan bedoelde verzoeken aan de betrokken instanties bezorgen DW1.i.3 AWW verzoeken om bij haar klanten een watermeter te plaatsen i.p.v. het forfaitair tarief aan te rekenen
  22 De in het milieubeleidsplan bedoelde verzoeken aan de betrokken instanties bezorgen DW1.i.4 het Vlaams gewest verzoeken om de drinkwatermaatschappijen te verplichten om een watermeter te plaatsen bij particulieren.
Lucht
  23 Opvolgen dat de doelstellingen van het milieubeleidsplan inzake mobiliteit worden opgenomen in het nog op te stellen mobiliteitsplan LU1.a.1 het mobiliteits- en het milieubeleid op elkaar afstemmen bij de opstelling van het mobiliteitsplan
      LU1.a.3 maatregelen nemen om een betere doorstroming van het verkeer te bekomen
      LU1.a.4 een bedrijfsvervoerplan opstellen voor de eigen diensten met financiële voordelen voor de gebruikers van alternatieve vervoerswijzen
  24 Organisatie van een steekproefgewijze controle op de verplichte afstelling van de branders bij verwarmingsinstallaties op stookolie gekoppeld aan een sensibilisatie-actie rond dit thema LU2.a.1 controle d.m.v. steekproef op de verplichte afstelling van de brander van de verwarming bij particulieren
      LU3.a.1 overleg met de bedrijven om tot een beperking van de luchtverontreiniging te komen
  25 Opvolging en controle van de bestaande vergunningsvoorwaarden voor bedrijven en bijzondere voorwaarden opleggen bij nieuwe vergunningen LU3.a.2 bij nieuwe vergunningen bijzondere voorwaarden opleggen om luchtverontreiniging te voorkomen
      LU3.a.3 bij gegronde klachten over luchtverontreiniging minstens een beperkt onderzoek laten uitvoeren
      LU3.a.4 bij het opstellen van het gemeentelijk structuurplan rekening houden met de milieuhygiënische draagkracht bij het inplanten van woon- en KMO-zones
      LU3.a.5 de fluoride-concentratie blijven opvolgen
      LU6.a.1 koel- en vriestoestellen op een milieuverantwoorde manier laten verwerken of hergebruiken
      LU1.i.1-2 De Lijn verzoeken om meer tangentiële en doorgaande verbindingen te voorzien en te kiezen voor alternatieve brandstoffen, kleinere voertuigen waar mogelijk en het aanleren van een milieubewuste rijstijl aan de bestuurders
  26 Sensibilisatie om korte verplaatsingen te voet of per fiets af te leggen en het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen LU1.i.3 sensibilisatie van de inwoners om korte verplaatsingen te voet of per fiets af te leggen en i.s.m. de scholen een autoloze schooldag te organiseren.
  28 Alle in het milieubeleidsplan bedoelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken LU1.i.4 het Vlaams gewest en de provincie Antwerpen te verzoeken om i.s.m. het stadsbestuur maatregelen uit te werken om het doorgaand vracht- en autoverkeer te verminderen.
  28 Alle in het milieubeleidsplan bedoelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken LU2.i.1-2 sensibilisatie van de inwoners m.b.t. de verplichte afstelling van de branders van de verwarming en een verzoek aan het Vlaams gewest om toe te zien op de degelijke uitvoering van deze controles.
  28 Alle in het milieubeleidsplan bedoelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken LU3.i.1 AMINAL verzoeken om de uitstoot van fluoriden door de steenbakkerijen op te volgen
      LU3.i.2 de bedrijven wijzen op de plicht om in geval van calamiteiten het stadsbestuur te verwittigen
  28 Alle in het milieubeleidsplan bedoelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken LU4.i.1 VMM verzoeken om terug een meetstation voor de bewaking van de luchtkwaliteit in Mortsel te plaatsen
  27 Sensibilisatie en controle m.b.t. het verbod tot het verbranden van afval door particulieren LU5.i.1 sensibilisatie van de inwoners m.b.t. het verbod op het verbranden van afval
  28 Alle in het milieubeleidsplan bedoelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken LU6.i.1 de Vlaamse regering en OVAM verzoeken om de aanvaardingsplicht voor wit-en bruingoed in goede banen te leiden
      LU6.i.2 de bedrijven wijzen op de verplichting om ook vaste koelinstallaties op de daartoe wettelijk voorziene wijze te ontmantelen
Bodem en Grondwater
  33 Het peilputtennetwerk grondwater opvolgen en de grondwaterwinningen opzoeken en controleren WA4.a.1 de opvolging van het peilputtennetwerk grondwater verder zetten
      WA4.a.2-3 de grondwaterwinningen inventariseren, controleren en illegale grondwaterwinningen opsporen
      WA5.a.1 een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren van de bedding van de vroegere Grensscheidingsbeek
      BO1.a.2 een oriënterend bodemonderzoek laten uitvoeren op alle potentieel verontreinigde sites in eigendom van de stad (o.m.Klein Zwitserland)
  29 De lopende bodemonderzoeken en saneringen opvolgen en zorgen dat alle potentieel verontreinigde sites op termijn onderzocht raken BO1.a.4 de lopende onderzoeken en saneringen opvolgen
      BO1.a.5 alle eigenaars van potentieel verontreinigde sites hiervan op de hoogte brengen
  31 verdere inventarisatie van de particuliere stookolietanks voor zover dit mogelijk is (geen meldingsplicht). BO2.a.1 de inventaris van alle particuliere stookolietanks aanvullen
  30 De stookolietanks binnen de eigen gebouwen aanpassen waar nodig en stelselmatig verwijderen van de enkelwandige ondergrondse tanks BO2.a.2 stelselmatig alle stookolietanks binnen de eigen gebouwen aanpassen of verwijderen
  31 Nieuwe stookolietanks op de bouwplannen laten aanduiden. BO2.a.6 bij nieuwe bouwvergunningen moet de ligging van de stookolietank op plan worden aangegeven
      BO1.i.1 OVAM verzoeken om samen met de bodemattesten ook een beschrijving van de aangetroffen verontreiniging te bezorgen
      BO2.i.1 het Vlaams gewest verzoeken om een sluitend inventarisatiesysteem voor particuliere stookolietanks te voorzien (vb.verplichte melding)
  31 Sensibilisatie i.v.m. de verplichte controle van de stookolietank BO2.i.2 sensibilisatie van de eigenaars van een stookolietank m.b.t. de verplichte controle van de stookolietank, organisatie van een info-avond
  32 Alle verzoeken vermeld in het milieubeleidsplan aan de betrokken overheid of instantie overmaken BO2.i.3 IMEA/IGAO verzoeken om bij de overschakeling van stookolie op gas/electriciteit hun klanten te begeleiden en te subsidiëren bij het verwijderen van de stookolietank
  32 Alle verzoeken vermeld in het milieubeleidsplan aan de betrokken overheid of instantie overmaken BO3.i.1 VLM en AMINAL verzoeken om i.s.m. het stadsbestuur de toepassing van het mestdecreet te controleren
Geluid
      GL1.a.1 in het kader van het mobiliteitsplan het doorgaand verkeer trachten te weren uit de woonwijken
      GL1.a.2 waar mogelijk de woonwijken omgeven door bufferzones
      GL1.a.3 waar de stad bevoegd is en waar nodig via geluidsarme wegverharding en het plaatsen van geluisdbermen of -schermen de hinder saneren
      GL1.a.4 de politiecontrole op geluidshinder afkomstig van motorvoertuigen verhogen
  34 Klachten inzake geluidshinder afkomstig van hinderlijke inrichtingen strikt opvolgen en waar nodig bijzondere vergunningsvoorwaarden en sanering opleggen GL2.a.1-2 klachten inzake geluidshinder steeds opvolgen (ev.meten) en waar mogelijk oplossen
      GL2.a.3-4 in milieuvergunningen bijkomende voorwaarden opleggen om geluidsoverlast te voorkomen
  35 Alle in het milieubeleidsplan vermelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties bezorgen. GL1.i.1 het Vlaams gewest verzoeken om de grootste knelpunten m.b.t. geluidshinder afkomstig van gewestwegen te saneren d.m.v aangepaste verharding en geluidsschermen.
  35 Alle in het milieubeleidsplan vermelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties bezorgen. GL1.i.2 de NMBS verzoeken om de geluidshinder van het (goederen)vervoer per spoor te beperken
  35 Alle in het milieubeleidsplan vermelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties bezorgen. GL1.i.3 het Vlaams gewest te verzoeken om de startbaan van de luchthaven van Deurne niet te verlengen en enkel geluidsarme toestellen toe te laten
Natuurbehoud en natuurontwikkeling
  39 Opruimen en beheer van de spoorwegbermen overeenkomstig de bepalingen van het GNOP en in het kader van de overeenkomst met de adminstratie wegen en verkeer van het Vlaamse gewest.    
  36 Uitvoeren van een GNOP-actieprogramma BIO1.a.1-2 elk jaar een GNOP-actieprogramma opnemen in het milieujaarprogramma, opgesteld i.s.m. alle betrokkenen
      BIO2.a.1 via de aankoop van gronden de resterende groene gebieden beschermen en verbindingsgebieden en bufferstroken realiseren
      BIO2.a.4 Fort 4 verwerven van zodra dit mogelijk is, natuurontwikkeling opstarten.
      BIO2.a.5 de resterende stukken grond in de vallei van de Koude Beek (ten zuiden van de spoorweg) aankopen en als natuurgebied beheren.
      BIO4.a.1 bij groenvoorziening maximaal inheems plantgoed gebruiken en beplanting in 3 lagen voorzien
      BIO4.a.2 bij het groenbeheer onderscheid maken tussen gebieden die worden ingericht als plantsoenen (verfraaiing van de stad) en gebieden met natuurwaarde
      BIO5.a.1 overleg opstarten met de buurgemeenten om te komen tot een gezamenlijk beheer van bepaalde gebieden (vb.vallei Koude Beek)
      BIO5.a.3 migratiemogelijkheden tussen de verschillende groengebieden verbeteren
      BIO5.a.4 toezicht uitoefenen op de toepassing van het natuurdecreet
      BIO6.a.1 in verkavelingsvergunningen en BPA’s de nodige voorwaarden opnemen m.b.t. aard, oppervlakte en ligging van groengebieden
      BIO6.a.2 in milieuvergunningen voorwaarden m.b.t. groenvoorziening invoeren
  37 Deelnemen aan de Behaag ... Natuurlijk actie van ‘De Wielewaal’ BIO6.a.3 deelnemen aan de actie behaag ... natuurlijk
  38 Het gemeentelijk subsidiereglement op de aanleg en het onderhoud van kleine landschapselementen verder bekend maken. BIO3.i.1 sensibilisatie rond het subsidiereglement voor KLE uitvoeren
      BIO4.i.1 de NMBS vragen om een natuurvriendelijk spoorbermbeheer toe te passen
duurzaam beleid
  40 Sensibiliseren, informeren en opleiden van het personeel m.b.t. de principes van duurzame ontwikkeling; Uitbouw van een overlegstructuur DO1.a.1-2 opleiding en informatie rond duurzame ontwikkeling voorzien voor alle betrokken personeelsleden
      DO1.a.4 een hoofdstuk duurzaam stedelijk beleid inlassen in het milieujaarprogramma
  40 Sensibiliseren, informeren en opleiden van het personeel m.b.t. de principes van duurzame ontwikkeling; Uitbouw van een overlegstructuur DO2.a.1 het personeel regelmatig informeren en sensibiliseren rond duurzaam werken
      DO2.a.2-3 stelselmatig alle stedelijke gebouwen aanpassen aan de principes van duurzame ontwikkeling (uitwerken voorbeeldfunctie) en de bevolking hiervan informeren
  41 Verdere uitbouw van een milieuloket waar inwoners, verenigingen en handelaars terecht kunnen voor praktische informatie, tips en nuttige adressen DO3.a.1 informeren van de bevolking m.b.t. duurzame ontwikkeling (uitbouw milieuloket)
      DO3.a.2 aan verenigingen, handelaars en burgers waar mogelijk de nodige hulpmiddelen ter beschikking stellen om de principes van duurzame ontwikkeling te implementeren
  42 De werking van de Eco-teams verder bekend maken en ondersteunen DO3.a.5 de werking van de eco-teams verder ondersteunen
  43 Informatiepakket duurzaam bouwen bezorgen aan de kandidaat-bouwers DO3.a.6 aan bouwers en kandidaat-bouwers de nodige informatie omtrent duurzaam bouwen ter beschikking stellen.
      DO1.i.1 de hogere overheden verzoeken om praktische informatie, voorbeeldprojecten en opleidingen m.b.t. de principes van duurzame ontwikkeling te voorzien
  44 Zo snel mogelijk een duurzaamheidsambtenaar aanwerven zoals voorzien in optie 7 van het milieuconvenant GD1.a.1 een duurzaamheidsambtenaar aanwerven
  45 de mogelijkheid tot het volgen van een VLAREM-opleiding voor een of meer agenten nagaan GD1.a.2 een politieagent(e) de VLAREM-opleiding laten volgen
      GD2.a.1 een overlegstructuur duurzame ontwikkeling binnen de stadsdiensten organiseren
  45 De samenwerking met de politie verder zetten GD2.a.2 bestaand overleg tussen politie en milieuambtenaar verder zetten
      GD3.a.1-2-3 bestaande inventarisatie van milieuvergunningen en de milieu-audit verder verder zetten, actualiseren en informatiseren
      GD4.a.1 opleidingen duurzame ontwikkeling voorzien voor stadspersoneel
  49 Alle in het milieubeleidsplan vermelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken GD1.i.1-2 de hogere overheid verzoeken om geen overbodige administratieve werkdruk te voorzien bij het opleggen van nieuwe milieutaken aan het bestuur en de stad maximaal (ook financieel) te ondersteunen bij de uitvoering van dit milieubeleidsplan
  49 Alle in het milieubeleidsplan vermelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken GD4.i.1 de hogere overheid verzoeken om praktijkgerichte en betaalbare opleidingen te voorzien
      GD5.i.1-2 IMEA/IGAO en AWW verzoeken om meer betrokken te worden in de besluitvorming en sensibilisatie rond REG, alternatieve energie en duurzaam watergebruik
      DB1.a.1-2 onderzoeken welke plaatsen binnen de stad in aanmerking komen voor alternatieve onkruidbestrijdings- of beplantingstechnieken en proefprojecten uitvoeren
  46 De bestaande projecten m.b.t. alternatieve onkruidbestrijding verder opvolgen (Bessemstraat, A.Stockmanslei) DB1.a.3 vorming rond het gebruik van alternatieve bestrijdingsmiddelen voorzien
      DB2.i.1-2 sensibilisatie rond het gebruik van minder bestrijdingsmiddelen en biologische landbouw uitvoeren.
  47 In alle bestekken dienen de voorwaarden van het typebestek 250 m.b.t. het gebruik van secundaire grondstoffen en nuttig toepassen van afvalstoffen worden opgenomen. In alle bestekken dient de voorkeur te worden gegeven aan FSC-gelabeld hout en verven en lijmen zonder organische solventen. Sensibilisatie van de bevolking m.b.t. het gebruik van duurzame grondstoffen en producten en de realisaties van het stadsbestuur op dat vlak DG1.a.1-2 het gebruik van ecologisch verantwoorde materialen en FSC gelabeld hout opnemen in bestekken
      DG1.a.3 het gebruik van duurzame grondstoffen demonstreren aan de bevolking
      DG1.a.4 het gebruik van organische solventen binnen de diensten beperken
      DG2.a.1 sensibilisatie rond het gebruik van FSC-hout uitvoeren
      DG1.i.1 sensibilisatie rond het gebruik van duurzame producten uitvoeren
  49 Alle in het milieubeleidsplan vermelde verzoeken aan de betrokken overheden en instanties overmaken DG2.i.1 de hogere overheid verzoeken om een lijst op te stellen met duurzame producten
  48 Opvolgen dat de doelstellingen van het milieubeleidsplan inzake duurzame ruimtelijke ordening worden opgenomen in het nog op te stellen ruimtelijk structuurplan Mortsel RU de bepalingen van het hoofdstuk duurzame ruimtelijke ordening op te nemen in het ruimtelijk structuurplan Mortsel
Rationeel Energieverbruik
  50 Voor alle gemeentegebouwen dient een energie-audit te worden opgesteld. REG1.a.1 het energieverbruik binnen de stedelijke gebouwen opvolgen
  50 Voor alle gemeentegebouwen dient een energie-audit worden opgesteld. Op basis van de energie-audit dienen alle gemeentegebouwen stelselmatig te worden aangepast aan de principes van het rationeel energieverbruik. REG1.a.2 uitvoeren van energie-audits in de stedelijke gebouwen en waar nodig energiebesparende maatregelen toepassen
      REG1.a.4 waar mogelijk binnen de stedelijke gebouwen zonneboilers en zonnepanelen installeren
  51 Opleiding rond REG voor het personeel voorzien REG1.a.6 energieadviseurs opleiden binnen de stedelijke diensten
  54 IMEA/IGAO verzoeken om meer bij de opstelling en uitwerking van de intercommunale sensibilisatie-acties te worden betrokken REG2.a.1 i.s.m. IMEA/IGAO de sensibilisatie rond REG uitbouwen en verbeteren
  50 alternatieve energiebronnen en de realisaties van het stadsbestuur terzake kenbaar maken.
Demonstratieproject zonne-energie uitwerken i.s.m. GTI
REG2.a.2 energiezuinige alternatieven demonstreren aan de bevolking
      REG2.a.3 toezicht uitoefenen op de toepassing van de isolatienormen
      REG2.a.4 vergunningen voor het gebruik van hernieuwbare energie met positieve visie behandelen
      REG1.i.1 IMEA/IGAO verzoeken zoveel mogelijk alternatieve energie te produceren of aan te kopen
  50 alternatieve energiebronnen en de realisaties van het stadsbestuur terzake kenbaar maken. REG2.i.1 de bevolking sensibiliseren m.b.t. REG en het gebruik van alternatieve energiebronnen
  52 Kandidaat-bouwers, aannemers en architecten informeren over REG, alternatieve energie en isolatie en de toepassing van de isolatienormen opvolgen REG2.i.3 aannemers en architecten sensibiliseren m.b.t. rationeel energiegebruik, energiezuinig bouwen en isolatienormen
  53 De handelaars verzoeken om hun lichtreclames op een energiezuinige wijze te gebruiken (ev. via de middenstandsraad) LI1.i.1 overleg met handelaars m.b.t het gebruik van lichtreclames (intensiteit en werkingsduur)
      LI2.i.2 de buurgemeenten vragen om deel te nemen aan de nacht van de duisternis

[Advies]

laatste wijziging: 11/08/10