Advies studie inplanting windmolens

Advies Milieu Advies Raad:

"... Gelet op de beslissing van de milieuraad van 12 juni 2002;

formuleert de Milieu Advies Raad het volgende advies naar het College van Burgemeester en Schepenen en de Gemeenteraad toe:

De milieuraad vraagt het stadsbestuur om de mogelijkheden en rendabiliteit te laten onderzoeken van het inplanten van windmolens in Mortsel.

De bevindingen van deze studie dienen gebruikt te worden bij de opmaak van het ruimtelijk structuurplan van Mortsel.

..."

Gevolg Gemeentebestuur Mortsel:

Collegebeslissing van 19/02/2007:

Op basis van de erfdienstbaarhedenkaart van de luchtvaart, wordt de maximale bouwhoogte in Mortsel beperkt tot maximaal 56 meter.

Aangezien de moderne windturbines hoogten van minstens 75 meter tot meer dan 100 meter bereiken, en momenteel enkel deze grote windturbines economisch rendabel zijn, is er in Mortsel geen mogelijkheid op dit vlak. Indien in de toekomst de zogenaamde kleine “micro” windmolens economisch rendabel zijn, kan de plaatsing hiervan worden bekeken in functie van de geldende stedenbouwkundige voorschriften.

 

(officieus werd op 17 oktober 2006 volgende reactie ontvangen:

Er komt geen enkel gebied in aanmerking voor windturbines. Als je kijkt naar het windplan dan zou je denken dat het volgende kan:

MAAR als men kijkt naar de erfdienstbaarhedenkaart van de luchtvaart, kan men opmerken dat over quasi geheel Mortsel en zeker de groene gebieden, een maximale bouwhoogte t.o.v. het maaiveld tot 56 meter hoogte geldt.

Het is dus niet interessant op een windturbine in Mortsel te plaatsen.     )

Meer info:

Snellere afhandeling van dossiers en meer windturbines door actualisatie omzendbrief

Op voorstel van Dirk VAN MECHELEN, Vlaamse minister van Ruimtelijke Ordening en Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur heeft de Vlaamse Regering vandaag de actualisatie van de omzendbrief voor de inplanting van windturbines goedgekeurd. De vorige versie dateerde van 2000. Momenteel zijn er reeds een 100-tal turbines in Vlaanderen actief en werd heel wat ervaring opgedaan met de inplanting van windmolens. Windenergie heeft in Vlaanderen nog een enorm potentieel, daarom was een actualisatie van de omzendbrief noodzakelijk.

Deze nieuwe omzendbrief reikt oplossingen aan om de huidige knelpunten te verhelpen, zodat windenergie -ook op het land-, voldoende ontwikkelingskansen krijgt. Concreet voorziet deze nieuwe omzendbrief dat de windwerkgroep pro-actief op zoek gaat naar nieuwe potentiële inplantingzones voor windturbines. Niet alleen initiatiefnemers zullen zones naar voor schuiven, ook de overheid zal locaties aanbrengen.

In de windwerkgroep zetelen verantwoordelijken uit o.a. de ruimtelijke ordening, de landschappen, de landbouw en het leefmilieu. Rekening houdend met de impact op fauna, flora, geluid en luchtvaart zal de windwerkgroep de beste locaties selecteren. Dankzij de windwerkgroep kan een betere afstemming voorzien worden op een zo hoog mogelijk administratief niveau. De verschillende afwegingselementen (bestemming van de zone, grondgebruik, bundeling, geluidsimpact, veiligheid,...) zullen bovendien voorafgaandelijk beschreven in een lokalisatienota, waardoor de keuze voor voorgestelde sites reeds gemotiveerd worden bij indiening en de slaagkans verhoogd wordt.

Daarenboven zal er onderzoek verricht worden om hoogwaardige vormen van windenergie te stimuleren. Windturbines worden immers steeds innovatiever, steeds krachtiger en ze generen een hoger rendement. Er zullen testlocaties en testvelden voorzien worden voor onderzoek en ontwikkeling van windturbines.

Er zal gewerkt worden met een lijst van gewestplanbestemmingen zoals industriegebieden, KMO-zones en gebieden voor de vestiging van distributiecentra waar windturbines makkelijker zullen worden toegestaan.

Momenteel stelt men vast dat sommige locaties op basis van de afwegingselementen en de locatienota wel geschikt zijn voor de plaatsing van windturbines, maar dat deze voorstellen niet kunnen weerhouden worden omdat ze in strijd zijn met de bestemming van het gewestplan of het verordenend plan. Dankzij deze omzendbrief kan men in de toekomst in dit geval de hoofdbestemming van de gewenste zones aanpassen of boven de bestaande gewestplanbepaling een overdruk 'gebied voor windturbines' opleggen, waarbij de onderliggende bestemming behouden blijft.

Tot slot werd het onderscheid tussen gewestelijke en provinciale planningsinitiatieven opgeheven, waardoor bepaalde projecten sneller tot realisatie komen. Een aantal overbodige afstands- en hoogteregels werden geschrapt. Wel werd vooropgesteld om in de eerste plaats te opteren voor grotere windmolenparken in plaats van solitaire molens.

Dankzij deze actualisatie van de omzendbrief zullen goede locaties voor windturbines sneller vergund zijn en zal duurzaam energiegebruik kunnen aangemoedigd worden waardoor de Kyotonormen gehaald zullen worden.

[Adviezen]

laatste wijziging:11/08/10