Investeringsfonds - toestemming tot gebruik van trekkingsrechten voor niet-prioritaire rioleringen - afkoppelingsbeleid

Aan mevrouw de provinciegouverneur,
Aan de heren provinciegouverneurs,

Ter kennisgeving aan:
- de leden van de bestendige deputaties
- de colleges van burgemeester en schepenen

Mevrouw de gouverneur,
Mijnheer de gouverneur,

 

Betreft: Investeringsfonds – toestemming tot gebruik van trekkingsrechten voor niet-prioritaire rioleringen - afkoppelingsbeleid - Omzendbrief BA- 98/08 van 6 oktober 1998


In de Vlarem II-reglementering wordt bijzondere aandacht geschonken aan de scheiding van hemelwater en afvalwater (afkoppelingsbeleid). Een goed afkoppelingsbeleid is essentieel om op termijn een oplossing ten gronde te geven aan de problematiek van overstromingen, verdroging, overstorten… Bovendien lijdt het rendement van waterzuiveringsinstallaties onder de overvloedige aanvoer van niet-verontreinigd hemelwater. Het niet-verontreinigd hemelwater hoort thuis in beken en grachten en niet in het rioleringsstelsel dat aangesloten is op een waterzuiveringsinstallatie.

De artikels 4.2.1.3. §5 en 6.2.1.2. §2 van het besluit van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) bepalen dat het verboden is hemelwater te lozen in de openbare riolering wanneer het technisch mogelijk of noodzakelijk is dit hemelwater gescheiden van het afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.

De Code van Goede Praktijk (omzendbrief van 31 juli 1996 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen en individuele voorbehandelingsinstallaties – BS 10/9/1996), concludeert uit bovenstaande bepaling dat in ieder geval voortaan moet bewezen worden dat het technisch niet mogelijk of noodzakelijk is om het hemelwater gescheiden van het afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.

In het licht van wat vooraf gaat en in overeenstemming met Vlarem II en de strategische middellange termijnplanning van de Vlaamse regering (omzendbrief van 31/7/96 2.13. c. en g.) kan met betrekking tot het plaatsen van nieuwe niet-prioritaire rioleringen (art. 6, §2, 1., 1° van het decreet van 20 maart 1991 m.b.t. het Investeringsfonds) voortaan uitsluitend toestemming tot gebruik van trekkingsrechten uit het investeringsfonds worden gegeven als het dossier conform bovenstaande wetgeving is.

De regel is dus dat er een gescheiden systeem wordt aangelegd voor rioolwater en hemelwater. Alleen als de gemeente kan aantonen dat het technisch-economisch onverantwoord is om het hemelwater gescheiden te lozen, kunnen trekkingsrechten voor de aanleg van gemengde afvoerleidingen worden toegestaan.

Het verdient trouwens aanbeveling dat de gemeenten een globale visie naar algemene afkoppeling toe ontwikkelen.

Ik verzoek u, mevrouw de gouverneur, mijnheer de gouverneur, de gemeentebesturen in kennis te stellen van deze omzendbrief via publicatie ervan in het bestuursmemoriaal. Volledigheidshalve zend ik aan alle besturen rechtstreeks een kopie van deze omzendbrief.

 

 

Leo PEETERS
Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,
Stedelijk Beleid en Huisvesting