Beleidsbrief Lokaal Woonbeleid voor Mortsel
Ingrid Pira - Gemeenteraad april 2002
1. Missie
De stad Mortsel wil dat iedereen in een behoorlijke
woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid
over een aangepaste woning van goede kwaliteit beschikt.
De stad Mortsel streeft er in het bijzonder naar :
- dat er aangepaste en meer betaalbare woningen worden
gerealiseerd voor kleine gezinnen, alleenstaanden,
jongeren, bejaarden en sociaal zwakkere bevolkingsgroepen
- dat de verloedering, leegstand en verkrotting in sommige
straten wordt gestopt
- dat de woonomgeving voor iedereen leefbaar wordt door
ondermeer de verkeerssituatie aan te pakken, voldoende
publieke (speel)ruimte per buurt te voorzien, het
buurtleven aan te moedigen en ervoor te zorgen dat
straten proper zijn
- dat alle buurten bereikbaar zijn voor het openbaar
vervoer
2. Visie.
Gemeenten en steden beschikken over vrij grote juridische
bevoegdheden inzake huisvesting en over uiteenlopende
instrumenten om het woonbeleid te sturen. Dat is van groot belang
omdat wonen veel raakvlakken heeft met andere beleidsdomeinen
zoals ruimtelijke ordening, milieu en mobiliteit.
Met deze beleidsbrief willen we richtlijnen aangeven die zowel
ingrijpen op inhoudelijk vlak (bvb. prioriteit geven aan de
bestrijding van leegstand) als op bestuurlijk vlak (bvb. lokaal
woonoverleg, openen van een woonloket
). We willen 2
bewegingen realiseren : enerzijds een meer sturend en corrigerend
optreden van de openbare besturen, anderzijds meer samenwerking
met àlle (ook privé-) actoren die betrokken zijn bij het lokaal
woonbeleid.
We streven naar een woonbeleid dat steunt op de Vlaamse
Wooncode (VWC) en dat eigen klemtonen legt. We willen een
woonomgeving realiseren waar iedereen zich thuis voelt, met
betaalbare woningen van goede kwaliteit. Op die manier krijgen
meer mensen de kans om volwaardig deel te nemen aan het
maatschappelijk leven.
Het woonbeleid in Mortsel zal zich specifiek richten op:
senioren, jonge gezinnen, sociaal zwakkeren (onder hen ook
vluchtelingen, asielzoekers en woonwagenbewoners) jongeren en
alleenstaanden. De reden hiervoor is dat het huidige
woningbestand (veel middelgrote gezinswoningen) niet meer
aangepast is aan het huidige bevolkingsprofiel dat veranderde
door o.m. veroudering, gezinsverdunning en beschikbaar inkomen.
Vermits Mortsel slechts weinig bouwgronden heeft, zal het er
voornamelijk op aan komen om het bestaande woningbestand aan te
passen aan het gewijzigde bevolkingsprofiel.
Hierbij is het de intentie om het negatief migratiesaldo(meer
emigratie dan immigratie, dit tov een licht overwicht van de
immigraties voor de agglomeratie) dat Mortsel sinds 20 jaar kent
minstens te stagneren en zo mogelijk om te buigen. Temeer omdat
de constante daling van de bevolking die hiermee gepaard gaat,
voor een groot deel voor rekening valt van de jongeren en van de
actieve bevolking, terwijl de leeftijdsgroep 60+ verder stijgt (vergrijzing
van de bevolking). Een onevenwicht tussen ouderen en jongeren en
actieve bevolking is echter slechts één van de redenen die een
gemeenschap kwetsbaar maakt. In het rapport een
woonbeleid voor Mortsel werden àlle factoren die Mortselse
wijken kwetsbaar maken op vlak van wonen in kaart gebracht. Deze
beleidsbrief wonen wil aan de belangrijkste kwetsbare factoren
tegemoet komen.
(De Vlaamse Wooncode heeft alle basisprincipes over wonen
waarvoor de Vlaamse overheid bevoegd is, samengebracht en
vernieuwd. De Vlaamse Wooncode is erop gericht bij te dragen tot
de realisatie van het grondrecht op menswaardig wonen. Eén van
de bijzondere doelstellingen van het Vlaamse woonbeleid bestaat
er daarom in de renovatie, verbetering of aanpassing van
het woningbestand te bevorderen en zo nodig over te gaan tot
vervanging ervan.)
3. Strategie.
3.1. Strategische doelstelling 1
Prioriteit nummer 1 =
het verhogen van de leefbaarheid in de wijk Luithagen door vooral
de verloedering (leegstand, verkrotting, huisjesmelkerij
)
op de Antwerpsestraat aan te pakken.
MOTIVATIE:
Uit het eindrapport Een woonbeleid voor Mortsel (1997)
komen de wijken Luithagen en Oude-God duidelijk naar voor als de
buurten met het meest kwetsbare woningbestand. Omdat de wijk
Luithagen meer bepaald de Antwerpsestraat - bovendien de
grootste leegstand kent, is ze door deze coalitie aangewezen als
de meest kwetsbare wijk die een prioritaire behandeling krijgt.
Die kanker mag niet verder uitdeinen. Hiervoor wil de stad
Mortsel de instrumenten van de Vlaamse Wooncode maximaal
uitputten (zie verder), maar wil ze ook pro-actief tewerk gaan
door via onderhandelingen met eigenaars naar een oplossing te
zoeken.
ACTIEPLAN:
- De stad Mortsel trekt ten strijde tegen de leegstand (van
zowel winkels als woningen), verwaarlozing,
ongeschiktheid, huisjesmelkerij enz
op de
Antwerpsestraat. Hiertoe worden de instrumenten van de
Vlaamse Wooncode maximaal ingezet. Onder meer : recht van
voorkoop, sociaal beheersrecht, leegstandsbelasting,
ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring.
Bedoeling is het kwalitatieve aanbod te verhogen en het
proces van verloedering te stoppen.
- op basis van de bestaande leegstandslijst neemt het
stadsbestuur actief contact op met de eigenaars van
leegstaande panden om via informeel overleg tot een
oplossing te komen.
- De leegstand van benzinestations op de hele hoofdas wordt
nauwlettend opgevolgd en eventueel moeten creatieve
oplossingen gezocht worden.
- de mogelijkheden worden onderzocht om van deze buurt een
stadsvernieuwingsproject te maken, gesubsidieerd door de
hogere overheid.
- bij het doortrekken van de tramas ziet de stad Mortsel
erop toe dat de wijk Luithagen de noodzakelijke
herprofilering van de gewestweg krijgt om de
leefkwaliteit van (toekomstige) bewoners en (toekomstige)
handelaars te verhogen.
- met Agfa-Gevaert is er intensief overleg over het
verbeteren van de leefbaarheid van de buurt. Dit gaat
zowel over de mobiliteit van en naar Gevaert als het
esthetischer maken van de muur van Agfa-Gevaert
aan de Antwerpsestraat.
- om de verkeerssituatie op de gewestwegen te verbeteren en
de leefkwaliteit van de mensen die er wonen te verhogen (o.a.
de Vredebaan) houdt het stadsbestuur permanent contact
met het Vlaams gewest. Uit de verhuisenquête die werd
uitgevoerd in het kader van het rapport een
woonbeleid voor Mortsel blijkt dat omgevingsredenen
een grote rol spelen, en binnen de omgevingsredenen
verkeer een belangrijke plaats inneemt. De
heraanleg van de Antwerpsestraat door het
stadsbestuur gekoppeld aan de doortrekking van de tram
heeft als bedoeling de woonomgeving van deze
hoofdassen en de buurten errond gevoelig te verbeteren.
- Met het O.C.M.W. en de sociale dienst van de stad wordt
een lijst aangelegd van huisjesmelkers die vooral op de
Antwerpsestraat soms onbewoonbare panden verhuren. De
stad wil samen met de bewoners de eigenaars voor hun
verantwoordelijkheid plaatsen. Zo nodig wordt de
procedure voor het onbewoonbaarverklaring opgestart.
3.2. Strategische doelstelling 2
Een verhuismobiliteit op
gang brengen: mensen die in te grote huizen wonen verhuizen naar
een aangepaste woning; middelgrote woningen komen vrij voor jonge
gezinnen.
MOTIVATIE:
Statistische gegevens tonen aan dat het bevolkingsprofiel
veranderd is door veroudering, gezinsverdunning en beschikbaar
inkomen. Ondanks de afname van de bevolking stijgt het aantal
huishoudens. Dat is toe te schrijven aan de groei van het aantal
alleenstaanden (tot 40 % van de huishoudens in Mortsel-Dorp,
Luithagen en Oude-God) tegenover een daling van het aantal grote
gezinnen. De laagste gemiddelde gezinsgrootte situeert zich in de
wijken Luithagen en Oude-God, waar zelfs de grens van 2 personen
wordt bereikt. In de wijken Oude-God, Hof van Rieth en Ten Dorpe
is de bevolking sterk vergrijsd.
Het eindrapport Een woonbeleid voor Mortsel stelt
dat door de geleidelijke afname van de gemiddelde
gezinsgrootte het grote aanbod aan grote woningen stilaan zijn
relevantie verloren heeft. Meer dan 25 % van de woningen blijkt
te groot in verhouding tot het gezin. Het grootste tekort
situeert zich bij woningen voor alleenstaanden en koppels. De
voornaamste reden voor de hieruit afgeleide onderbezetting
situeert zich in een moeilijke doorstroming, waarbij voor ouderen
geen alternatief bestaat binnen de stad en jongeren geen
aangepast aanbod vinden.
De doorstroming van grotere naar kleinere woningen in de
gemeente wordt bemoeilijkt door het overwegend eigenaarsprofiel
en door het feit dat het gebouwenpatrimonium hoofdzakelijk
gericht is op middelgrote gezinnen en dus niet geschikt voor
steeds kleinere gezinnen en bejaarden. De toenemende
gezinsverdunning geeft aanleiding tot een inefficiënt gebruik
van de beschikbare woonruimte : interne leegstand (veel bejaarde
koppels wonen in een te groot huis met lege kamers) en
oneigenlijke appartementen (grote gezinswoningen worden opgedeeld
in appartementen die niet voldoen aan de kwaliteitsbehoeften)
ACTIEPLAN:
- projectontwikkelaars en maatschappijen aansporen om
kleine, betaalbare woningen en appartementen te
realiseren gericht op kleine gezinnen en alleenstaanden (zowel
vernieuwbouw als nieuwbouw). Voorbeelden: 1. op de
gronden van de steenkapperij aan de Oude Baan wordt een
woningproject opgezet voor kleine gezinnen. 2. op de hoek
Antwerpsestraat - Vredebaan komen best appartementen
gericht op 2 persoonshuishoudens of alleenstaanden.
- De leegstand boven winkels (Oude-God, Antwerpsestraat)
aanpakken door de ruimten bewoonbaar te maken voor kleine
huishoudens en alleenstaanden. De eigenaar die een aparte
toegang maakt voor de bewoners krijgt een premie.
- Er komt ook een premiestelsel voor eigenaars die hun te
grote woning willen onderverdelen in appartementen die
aan de kwaliteitsnormen beantwoorden.
3.3. Strategische doelstelling 3
Verouderde woningen
aanpassen, onderhouden en renoveren.
MOTIVATIE:
Slechts een zeer beperkt gedeelte van het woningenbestand
dateert van voor de eerste wereldoorlog (7,3 %). Dit is
voornamelijk gelegen in de oude centra van de wijken Oude-God,
Tommelt, Mortsel-Dorp, St-Jozef en Luithagen. De grootste
uitbreidingen geschiedden in de tussen- en naoorlogse periode (47
% tussen 1919 en 1960), waarbij de bouwactiviteit in de meeste
wijken forse opstoten kende, waaronder ook de oude wijken zoals
voornamelijk Oude-God, Tommelt en Luithagen. Andere wijken kwamen
plots tot stand : Hof van Rieth, Hof van Rieth, Contecroy,
Dieseghem, Ten Dorpe en Zilverbeek. Na deze intensieve
ontwikkeling worden nieuwe wijken aangesneden in de jaren 60
en 70 : Savelkoul en Drabstraat.
Deze evolutie resulteert in een concentratie van gelijktijdig
opgerichte oude woningen in bepaalde wijken, voornamelijk
Tommelt, Mortsel-Dorp en Luithagen en in mindere mate Oude-God,
St-Jozef en Dieseghem. Dit heeft heeft een gelijktijdige
veroudering van het patrimonium tot gevolg. Vooral huizen die
voor 1945 zijn gebouwd hebben behoefte aan grondige onderhouds-,
renovatie-, en aanpassingswerken. De problemen zijn het grootst
in de wijken Oude-God en Luithagen en in mindere mate ook Mortsel-Dorp,
Tommelt en St.-Jozef.
ACTIEPLAN:
- Het woonloket kan hier een stimulerende rol spelen. De
huisvestingsambtenaar verzamelt alle mogelijke informatie
over onderhoud, aanpassing en renovatie, en wisselt die
uit. Eigenaars die wat aan hun huizen willen doen,
krijgen hulp bij het opstellen van een werkplan.
Eventueel zoeken meerdere eigenaars (buren) uit hoe ze
samen goedkoper dan individueel - werken kunnen
uitvoeren (daken, riolering, tuinen enz.).
3.4. Strategische doelstelling 4
Meer woongelegenheid
voor sociaal zwakkere groepen
MOTIVATIE:
Alhoewel Mortsel een bemiddelde gemeente is, toch zijn er
relatief weinig huisvestingsmogelijkheden voor sociaal zwakkere
groepen. Volgens onderzoeken is Mortsel een dure stad op vlak van
huisvesting. Hiertegenover staat dat in Mortsel nog geen 2,5 %
van het woningbestand bestemd voor sociaal wonen. Dat moet verder
stijgen tot het gemiddelde voor Vlaanderen, nl. 5 %. Bovendien
worden het welzijnswerk en de gezondheidszorg in toenemende mate
geconfronteerd met huisvestingsproblemen voor gehandicapten, ex-psychiatrische
patiënten, asielzoekers en vluchtelingen.
ACTIEPLAN:
- Intensief overleg met sociale huisvestingsmaatschappijen
binnen het Lokaal Woonoverleg moet ertoe leiden dat ze
vooral bestaande woningen aankopen Mortsel is
bijna volgebouwd - om ze vervolgens te kunnen aanbieden
als sociale woning voor vooral kleine gezinnen en
alleenstaanden. Voor wat betreft de vrijliggende percelen
die bestemd zijn voor woningbouw wordt bekeken in welke
mate de sociale huisvestingsmaatschappijen geheel of
gedeeltelijk kunnen participeren. Recent voorbeeld is de
hoek Mayerlei en Van Dyckstraat. Sociale
huisvestingsmaatschappijen zijn de uitverkoren partner om
er kleine appartementen te zetten. Ook hier geldt de
regel van de verhuismobiliteit : in die buurt wonen er
redelijk wat mensen in te grote sociale woningen. Door
hen een aangepaste sociale woning aan te bieden, krijgen
jonge gezinnen die aanspraak maken op een sociale woning
woongelegenheid.
- Teneinde te verhinderen dat de bewoning van sociale
woningen aan haar doel voorbij gaat, zal een regelmatige
(evt. jaarlijkse) evaluatie van de status van bewoners
uitgevoerd worden. Op die manier kan nagegaan worden of
de bewoners nog aan de criteria voor toewijzing van een
sociale woning voldoen.
- Algemeen kunnen openbare besturen zoals de stad, OCMW, en
sociale huisvestingsmaatschappijen beroep doen op de
instrumenten van de Vlaamse Wooncode subsidies,
sociaal beheersrecht, recht van voorkoop,
- om meer
betaalbare woningen te realiseren.
- De stad wil mee zoeken naar woongelegenheden voor beschut
en begeleid wonen en naar huizen die aangepast zijn aan
mensen met een handicap. Een mooi voorbeeld hiervan zijn
de recente onderhandelingen die gevoerd werden rond de
bestemming van de leegstaande gebouwen van het voormalige
Autovak aan de Antwerpsestraat. Die zullen in de toekomst
plaats bieden voor een bezigheidscentrum en studios
voor ex-psychiatrische patiënten van St. Amedeus.
- Huisvesting voor asielzoekers wordt gerealiseerd door het
LOI (Lokaal Opvang Initiatief) van het Mortselse OCMW
- Het Mortselse stadsbestuur zorgt al jaren voor
standplaatsen voor woonwagenbewoners (zie beleidsbrief
welzijn). De werking van het terrein voor
woonwagenbewoners wordt ondersteund en opgevolgd door een
aparte stuurgroep.
- Mortsel sluit zich aan bij een Sociaal Verhuurkantoor,
dat functioneert als een soort van tussenschot
tussen huurder en eigenaar. Het zoekt woningen, laat ze
eventueel opknappen, legt contacten met huurders en zorgt
ervoor dat de eigenaar maandelijks de huurgelden ontvangt.
3.5. Strategische doelstelling 5
Nieuwbouw in Mortsel
betekent vooral INVULBOUW en dus INBREIDING.
MOTIVATIE:
De studie woonbeleid in Mortsel stelt vast dat het
aanbod aan bouwgronden beperkt is. Een andere conclusie luidt dat
jonge gezinnen emigreren ondermeer door gebrek aan open ruimte.
Het is dan ook aangewezen om grote open ruimten die niet bestemd
zijn voor woningbouw onbebouwd te laten.
ACTIEPLAN:
- Algemeen principe : op Mortselse gronden die niet
voorzien zijn als woongebied of woonuitbreidingsgebeid
wordt niet gebouwd. Er worden voor deze gebieden vanuit
de stad Mortsel dus geen bestemmingsveranderingen
gevraagd.
- op een beperkt deel van de gronden aan Hof Ter Linden kan
nog worden gebouwd.
- vooral in de wijken Mortsel-Dorp en Sint-Jozef zijn nog
individuele invulpercelen beschikbaar voor bewoning. Voor
percelen met een grote open ruimte, wil de stad Mortsel
partner zijn in onderhandelingen om deze open ruimten
indien gewenst voor de betrokken wijk - een
publieke bestemming te geven.
- voor het gebied aan de wijk Savelkoul wordt in eerste
instantie gedacht aan het bebouwen van de gronden achter
de Kardinaal Cardijnlaan, die woongebied zijn. Op het
woonuitbreidingsgebied aan de Lieve
Gruyaertstraat momenteel eigendom van de sociale
huisvestingsmaatschappij wordt na een
woonbehoeftestudie een woonproject gerealiseerd dat de
sfeer van open ruimte die er nu is, niet
hypothekeert. Dit kan pas na advies in het kader van het
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.
- Het middenperceel van de oorspronkelijke gronden
Hoeve Liekens aan de Drabstraat wordt zoals
voorzien in het BPA niet bebouwd met woningen of
appartementen.
3.6. Strategische doelstelling 6
Het isolement van
appartementswijken doorbreken.
MOTIVATIE:
De studie woonbeleid in Mortsel vraagt aandacht
voor appartementsblokken in wijken die afgesloten zijn van andere
woonzones: Vijf Aprilwarande, Kardinaal Cardijnlaan en Meidoorn.
Het ingesloten karakter wordt nog versterkt door de barrières
van spoorwegen en gewestwegen met gevaar voor sociaal isolement,
gebrek aan mobiliteit en gebrekkige woonkwaliteit. Het
stadsbestuur van Mortsel wil het isolement van deze
appartementswijken doorbreken.
ACTIEPLAN:
- De ingesloten buurten moeten meer voorzieningen krijgen.
Het aantrekken van o.a.buurtwinkels gebeurt in overleg
met middenstandsorganisaties en de Kamer van Koophandel
via het Lokaal Woonoverleg.
- Om uit het mobiliteitsisolement te geraken moet het
openbaar vervoer ook deze wijken kunnen bereiken. Aan de
onderhandelingen met het Vlaamse Gewest over de
verlenging van de tramas op de gewestwegen wordt de
ontsluiting van deze wijken via kleinschalige
lusbusverbindingen gekoppeld.
3.7. Strategische doelstelling 7
De stad Mortsel staat
open voor nieuwe woonvormen.
MOTIVATIE:
In de huisvestingssector is er de voorbije jaren heel wat
ervaring opgedaan met experimenten van nieuwe woonvormen.
Voorbeelden daarvan zijn bijv. de combinatie van
bejaardenwoningen met kinderopvang of experimenten rond
gemeenschappelijk wonen. Ook bij de stad Mortsel kwamen er vragen
van initiatiefnemers binnen rond mogelijkheden voor vernieuwende
woonprojecten. De stad Mortsel wil zich hiervoor openstellen of
ze desnoods zelf ontwikkelen. Zo kunnen bijv. leegstaande (bedrijfs)gebouwen
in woonwijken omgevormd worden tot bejaardenwoningen, zodat
senioren die weg willen uit hun te grote huis in de buurt kunnen
blijven wonen. Evengoed kunnen vrijliggende bouwpercelen of
leegstaande bedrijfsgebouwen ruimte bieden voor nieuwe woonvormen.
4.Van visie naar uitvoering
4.1. Overleg
4.1.1. Lokaal Woonoverleg
Woonbeleid is een zaak van zowel overheid als privé. Om dat
efficiënt te laten verlopen is lokaal woonoverleg essentieel.
Daarom richt het stadsbestuur een Lokaal Woonoverleg op, met als
opdracht :
- Het woongebeuren in Mortsel afstemmen op de woonbehoeften
in Mortsel
- samenwerkingsverbanden met de welzijnssector opzetten
- verband leggen met andere beleidsdomeinen zoals
ruimtelijke ordening, milieu, wijkwerking, cultuur
- een stadsvernieuwingsproject voor de wijk Luithagen
uitwerken en opvolgen
- een meerjarenplanning op te maken voor sociale woningbouw
- opvolgen van de kwaliteitsbewaking van woningen, waarbij
de instrumenten van de Vlaamse Wooncode maximaal ingezet
worden.
Wie maakt deel uit van de stuurgroep wonen?
- de bevoegde schepenen en de burgemeester
- het OCMW
- de huisvestingsintercommunales
- de opdrachthouder van de sociale huisvesting
- vertegenwoordiger van het Vlaamse niveau (AROHM, Vlaamse
Huisvestingsmaatschappij)
- federatie immobiliënkantoren
- welzijnsorganisaties
- sociaal verhuurkantoor
- huisvestingsambtenaar (woonloket)
- privé-partners (alnaargelang dossier)
- desgevallend bepaalde bewonersorganisaties
De afspraken tussen de verschillende partners kunnen formeel
worden opgenomen in een convenant of beleidsovereenkomst. De coördinatie
gebeurt door de burgemeester, de huisvestingsambtenaar en de
ambtelijke werkgroep wonen die regelmatig samenkomt.
4.1.2. Ambtelijke Werkgroep Wonen
Er wordt een Ambtelijke Werkgroep Wonen (AWW) opgericht,
bestaande uit bevoegde ambtenaren, wijkagent, bevoegde
mandatarissen (cfr. Ambtelijke Werkgroep Verkeer) die het
huisvestingsgebeuren nauwgezet opvolgt.
4.2. Woonloket.
Het bestuur opent in het stadhuis een apart woonloket en wijst
een huisvestingsambtenaar aan. Deze lage-drempel-dienst staat
open voor iedereen die met vragen zit over huisvesting. Kortom :
woonservice op maat van de klant : algemene inlichtingen en
vragen over wonen, huren, premies, leningen. Een databank met te
huur en te koop staande woningen, advies over de woonsituatie,
uitgave van een infoblad over wonen in Mortsel, promoten van het
conformiteitsattest waardoor eigenaars een tastbaar bewijs hebben
dat hun woning voldoet aan de kwaliteitseisen. Op gestelde
momenten kunnen burgers er terecht voor juridisch advies. Het
woonloket kan een service uitbouwen voor het lenen van bepaalde
materialen voor renovatie of onderhoud
..
5. Financiering en begroting.
5.1. De financiering
In de sector van de huisvesting zijn er nu al tal van
subsidies voorhanden :
- renovatie, verbetering of aanpassing tot sociale woningen
of gemeenschapsvoorzieningen van één of meer
ongeschikte woningen (= de aankoopprijs + diverse kosten
de waarde van de grond)
- de aankoop van gronden en/of panden binnen het kader van
een strategisch project om de woonomgeving te verbeteren
(= 50% tot 70%)
- een inbreidingsproject in een woongebied (= 30% of 20%
van de grondkosten)
- het bestrijden of voorkomen van leegstand en
verwaarlozing van bedrijfsruimten (= 30% van de totale
verwervingskost en 90% van het slopen en/of het bouwrijp
maken van het gebouw)
- het bouwrijp maken van gronden en de aanleg van
infrastructuur en gemeenschapsvoorzieningen voor sociale
woonwijken
- gewone investeringsprogrammas van de Vlaamse
Huisvestingsmaatschappij
- de bouw en renovatie van sociale woningen.
5.2. Begroting
Uitgaven :
- 2002:
- woonbehoeftestudie :12.400 EUR (opmaak GRS =
reeds begroot)
- werkingskosten lokaal woonoverleg : 2.500 EUR (begrotingswijziging
- 2003
- premies ter ondersteuning van renovaties,
herindeling, aanmoedigingspremie voor
alternatieve woonvormen = 25.000 EUR op jaarbasis
- 1 Woonloket : 10.000 EUR
- infocampagne sensibilisering : 4.400 EUR
Inkomsten:
- 2002 en volgende:
- Inning van belastingen op leegstand en
verkrotting ed.
- 2003 en volgende:
- inning van belastingen op leegstand en
verkrotting ed.
- subsidies (zie 5.1.financieringen)
6. Planning
2002 :
- opzetten van het LOKAAL WOONOVERLEG
- bij elkaar brengen van de verschillende partners
- plan van aanpak opstellen op basis van de strategische
doelstellingen
- oprichting van een Ambtelijke Werkgroep Wonen
- uitwerking woonbehoeftestudie in kader van GRS
- uittekenen actieplan Luithagen
- voorbereiding opstart WOONLOKET
- uitwerken van de reglementen, premiestelsels, fondsen ed.
inzake reguleren, sanctioneren en stimuleren
2003 :
- oprichten woonloket
- informatie- en sensibiliseringscampagne naar de bevolking
(uitgave van een brochure)
- verdere uitvoering van strategische doelstellingen
- evaluatie en rapportering
2004 en volgende:
- uitvoering van de strategische doelstellingen
- evaluatie en rapportering