Verslag milieuraad 14 november 2002

Aanwezig:

Berghmans Hugo; Berghmans Marc; Creemers Annemie; Cuypers Koen; De Haes Paul; Desmyter Jan; Iven Ivo; Lambert Griet; Lauwers Charles; Mertens Erik; Pepermans Tinneke; Scheys Monique; Tobback Marc; Van Dyck Paul; Van Peer Ria; Prims Erik

Bestemming NMBS-grond tussen de lijnen 27 en 27a, Krijgsbaan en Waesdonckstraat

Advies begroting "milieu" 2003

Nieuwe samenwerkingovereenkomst met FOST plus:

  • FOST Plus (www.fostplus.be) is een vrijwillig initiatief van de privé-sector (als reactie op het ecotaks-wetgeving) om de selectieve inzameling, sortering en recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval te financieren, coördineren en bevorderen. Elke consument betaalt bij aankoop van een verpakt product een bijdrage aan deze organisatie om het verpakkingsafval terug te verwijderen (“groene punt”).
    FOST Plus betaalt aan de overheden de kosten terug voor de verwijdering van bepaalde fracties (glas, PMD en 1/4 van papier/karton).
    Een belangrijk discussiepunt vormen de verpakkingsfolies, yoghurtpotjes, botervlootjes e.d.. FOST Plus stelt dat deze te vervuild zijn om economisch te recycleren, en daarom in de restafvalzak thuis horen. De organisatie int bijdragen op deze verpakkingen maar voorziet echter geen vergoeding aan de gemeenten om deze afvalfractie te verwijderen.
  • Het stadsbestuur dient een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met FOST Plus te onderhandelen, omdat de looptijd van de vorige overeenkomst verlopen is.
    Het stadsbestuur en FOST Plus zijn tijdens de oude overeenkomst in conflict geraakt over de prijs van de PMD-zak: de door het stadsbestuur vastgestelde kostprijs was (0.75 €) onaanvaardbaar hoog voor FOST Plus en eiste daarom het verschil met hun richtprijs op.
    De onderhandelingen tussen het stadsbestuur en FOST Plus stonden daarom in het teken van dit dispuut.
  • Het stadsbestuur kon kiezen tussen stoppen met de samenwerking of een nieuwe overeenkomst afsluiten. De kostprijs van de verschillende scenario’s kan u onderaan dit punt bekijken.
  • Eind 2000 heeft FOST Plus zijn standpunt in verband met de prijs van de blauwe zak gewijzigd: een maximumprijs van ongeveer 0.13€ is geen dogma meer.
    Nu stelt men dat zolang de prijs van de PMD-zak niet meer bedraagt dan 1/3 van de prijs van de restafvalzak (de gewijzigde erkenning zegt ondertussen 50%), de prijs kan worden opgetrokken tot 0,372 € voor zover de winst boven 0,248 € wordt aangewend ter financiering van acties met het oog op gedragswijziging van de burger (bv. zwerfvuil).
  • Het stadsbestuur heeft moeten capituleren, omdat een uitstapscenario veel te duur was. Er is overeengekomen de kostprijs van de zak te verlagen tot 0.372 € en dat de winst op de verkoop van PMD-zakken door de stad aangewend gaat worden om afvalpreventieprojecten te financieren.
    De nieuwe overeenkomst heeft een looptijd van slechts 3 jaar.
  • vergelijking kostprijs diverse scenario's:

nieuwe overeenkomst met Fost Plus

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het aangepaste voorstel van innoverend pilootproject dd.24/10/02 van IGEAN voor de inzameling van verpakkingsafval i.s.m. de VZW Fost Plus en de tabel aangaande de kosten voor de opstart van pilootproject en de kosten van het uitstapscenario, opgesteld door Erik Mertens, milieuambtenaar.

Het college van burgemeester en schepenen verklaart zich, onder voorbehoud van de goedkeuring van de definitieve contracttekst door de gemeenteraad, akkoord met volgende krachtlijnen:

  • De kostprijs van de PMD-zak vermindert van 0.75€ per zak naar 0.372€ per zak
  • De projectopvolgingskosten voor 1999, 2000, 2001 en 2002 worden beperkt tot de in het erkenningsbesluit voorziene forfait van 10%. De stad Mortsel zal bijgevolg 43.185€ projectopvolgingskosten (raming) voor de periode 1999 t.e.m. 2002 aan IGEAN betalen. De overige kosten die in dit kader al werden aangerekend door de VZW Fost Plus worden kwijt gescholden (raming 170.837€)
  • Vanaf 2003 zal de winst op de verkoop van de PMD-zakken worden gebruikt voor de betaling van de projectopvolgingskosten (raming: 11.000€ per jaar) en de uitvoering van de in het pilootproject omschreven acties rond afvalpreventie en de zwerfvuilproblematiek. Deze acties zullen worden uitgevoerd door of in opdracht van IGEAN en in overleg met het stadsbestuur en de VZW Fost Plus.
  • Los en onafhankelijk van de acties die kaderen in de uitvoering van het innoverend pilootproject, is de stad Mortsel er wettelijk toe gehouden alle nodige acties te doen (inclusief communicatie) om te voldoen aan de doelstellingen van de geldende sectorale uitvoeringsplannen in het kader van het Vlaamse afvalstoffenbeleid. De kosten van deze acties moeten worden betaald door het stadsbestuur zelf.
  • Duurtijd van het project: 3 jaar ingaande op 1 januari 2003, eventueel verlengbaar met twee jaar.

Laatste voorstel FOST Plus

Nieuwe overeenkomst

Uitstapscenario

Opvolgingskosten 1999, 2000, 2001

43.185€

Te betalen 101.440€

Te betalen 101.440€

Opvolgingskosten 2002

Incl. cijfer boven

Te betalen 112.582€

Te betalen 112.582€ + 110.885€ (ophaling en verwerking april t.e.m december)

Inkomsten PMD-zakken

0 € voor de stad zelf

De opbrengst gaat volledig naar de opvolgingskosten en de uitvoering van nog uit te werken preventieprojecten i.s.m. IGEAN (contractueel bepaald tussen IGEAN en Fost Plus)

0 € voor de stad zelf

De opbrengst gaat volledig naar de opvolgingskosten en de uitvoering van nog uit te werken preventieprojecten i.s.m. IGEAN (contractueel bepaald tussen IGEAN en Fost Plus)

110.000€/jaar (raming)

Uitgaven ophaling en verwerking PMD, glas, papier en karton (25%)

0 €

0 €

147.846€/jaar (raming)

 

Verkoopsprijs PMD-zak

0.372€

0,50€

0.75€

Opvolgingskosten

vanaf 2003 in €/jaar

11.000€/jaar

11.000€/jaar

11.000€/jaar

Totale eenmalige kosten uit verleden

43.185€

214.022€

324.907€

Kosten op jaarbasis vanaf 2003 (inkomsten – uitgaven)

- 11.000€

- 11.000€

- 48.846€

Windmolens…

Erik Mertens wees erop dat op de info-avond “windmolens” door de spreker gesteld is dat Mortsel niet goed gelegen is om een windmolenproject te realiseren. Deze samenvatting van de info-avond is niet voldoende genuanceerd: de spreker wees ook op de symbool- en sensibilisatiefunctie van dergelijke constructies.

Binnen de milieuraad wordt erop gewezen dat bovenstaande stelling de mening is van één bedrijf. Een tweede opinie vragen, is een gezond principe.

In afwachting dat er een eventueel advies geformuleerd wordt, gaat Erik Mertens daarom bij Elektrabel informeren of zij kunnen controleren of er voldoende windkracht is om en windmolen (winstgevend) aan te drijven.

Buiten klassement…

In de nasleep van de discussie over de windmolens, werd gedebatteerd over de kosten/baten-analyse van verschillende milieu-investeringen.

Enkele kernzinnen:

Stadsbestuur – gevolg aan adviezen:

 Op de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 12/11/2002 werden volgende adviezen besproken:

Mededelingen van het stadsbestuur:

Mededelingen - rondvraag

Promo voor “Opnieuw & Co” in Mortsel Info

artikel over kringloopwinkel in Mortsel Info november 2002

In Mortsel Info van november 2002 is een artikel verschenen waarin de kringloopwinkel “Opnieuw & Co.” wordt aangeprezen.

Mevrouw Scheys deelt mee dat de middenstandsraad protesteert tegen deze vorm van reclame in het stedelijk informatieblad. Gezien er, naast “Opnieuw & Co.”, verschillende Mortselse handelszaken producten met een tweede leven verkopen, wordt het artikel aanzien als oneerlijke concurentie.

Erik Mertens wijst op het sociale doelstellingen van “Opnieuw & Co.”. De stad heeft bovendien de plicht (opgenomen in samenwerkingsovereenkomst met Vlaamse Gemeenschap) de werking bekend te maken in haar informatieblad voor de kringloopwinkel waarmee zij een overeenkomst heeft gesloten.

Er wordt voorgesteld om een aparte brochure “duurzaam consumeren” te publiceren waarin alle Mortselse zaken die herbruikbare goederen verkopen in vermeld staan.

project groene fietsroute door Mortsel

op basis van de mogelijke routes zoals voorgesteld door Annemie Creemers, is er een fietstocht van bijna 15 km uitgestippeld door de groene zone ten noordoosten van de stad.
Om snel tot een realisatie te komen, is er geopteerd om gebruik te maken van wegen en paden waar fietsverkeer toegelaten is.

in een tweede fase kunnen we bij het stadsbestuur ijveren om bepaalde wandelpaden ook toegankelijk te maken voor fietsverkeer (vb. de berm). Hierdoor ontstaan opportuniteiten om nog andere interessante routes te ontwikkelen.

in avant-premiere: voorstel fietsroute zwembad - fort 4 - klein zwitserland - luchthaven - gasthuishoeve - bessemgebied - zwembad

plastic boodschappentassen hergebruiken als vuilniszak:

tot op heden is het preventieproject rond wegwerp-boodschappentasjes niet erg succesvol geweest.

op Ifest 2002 werd een totaal nieuw concept voorgesteld: “two bag in one” - het verkopen van boodschappentasjes, die later als “officiële” vuilniszak kan gebruikt worden.

voordelen:

meer info: http://users.skynet.be/sky80068 (two bags in one – Henegouwstraat 111 B-9000 Gent – 09/224.49.98 – orandus@skynet.be)

hergebruik straattegels bij heraanleg van de voetpaden

bij de aanleg van o.a. de St. Benedictusstraat en de Fortstraat merken we dat de huidige tegels van 30*30 cm (die in goede staat zijn) worden vervangen door nieuwe tegels van 20*20 cm.

Omdat de stad hergebruik dient aan te moedigen, lijkt het evident dat bij heraanleg de oude straattegels teruggeplaatst worden.

De stad zou (reeds langer) systematisch opteren voor het vervangen van de 30*30-tegels door de dikkere tegels van 20*20 cm omdat deze stabieler liggen (worden minder stukgereden) en dus minder onderhoud vragen.

Jan Desmyter meldt dat in Nederland (nieuwe) straattegels te verkrijgen zijn waarvan de onderlaag bestaat uit gerecycleerd materiaal (bovenlaag = nieuw materiaal omwille van bestendigheid tegen strooizout).

Marc Tobback meldt het bestaan van waterdoorlatende straattegels, die mogelijk ook gebruikt kunnen worden (indien de straatbetegeling niet aan de woning grenst i.v.m. waterdoorsijpeling in de kelders)…

Behaag-actie 2002:

meer info over de resultaten van de behaag-actie 2002, kan u vinden in de sectie "acties" op deze website

Fax-spam (ongewenste faxreclame - vervolg)

Het Belgisch Direct Marketing Verbond (http://www.bdma.be) laat weten dat er geen Robinson Fax-lijst meer bestaat. Via de fax kan inderdaad ook reclame op naam verstuurd worden maar de huidige wetgeving stelt dat een bedrijf enkel een fax met reclame aan een consument mag sturen enkel en alleen indien hij/zij zijn voorafgaandelijk akkoord gegeven heeft. Daarom is de Robinson Fax lijst niet meer van toepassing.

Graffiti:

Wie illegale graffiti opmerkt kan dit melden aan de preventiedienst (tel. 03/444.17.17 of via e-mail: preventie@mortsel.be).

Wie zelf het slachtoffer wordt van illegale graffiti kan een formulier invullen met aanvraag tot gratis verwijdering van de graffiti.

Men wordt dan gecontacteerd worden door het reinigingsteam van de stad die dan zullen nagaan of de graffiti veilig kan verwijderd worden

Milieutips en -informatie:

MilieuKlachten Registratie en OpvolgingsSysteem

Milieuhinder definiëren is geen gemakkelijke opgave. Het is immers een beleving met zowel een objectief als een subjectief karakter. Er zijn verschillende soorten hinder waaronder geluids-, geur-, licht- en stofhinder. Hierdoor kan de levenskwaliteit enorm negatief beïvloed worden en vormt dus voor heel wat mensen een probleem.

In het kader van de cluster hinder van de samenwerkingsovereenkomst “Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling” stelt de provincie Antwerpen een centraal meldpunt voor milieuklachten in. Via dit meldpunt worden de gemelde klachten in MKROS, een door het Vlaams gewest uitgewerkte databank, ingevoerd en verder opgevolgd.

Gezien de ervaring die het Provinciaal Instituut voor Hygiëne reeds heeft opgebouwd inzake hinderonderzoek, worden de meldingen opgevolgd door deze instelling.

Welke klachten worden geregistreerd?

Alle klachten die gerelateerd kunnen worden aan een vergunningsplichtige inrichting of activiteit en klachten die het gevolg zijn van een probleem van geluids-, geur-, stof-, roet- of lichthinder worden geregistreerd in MKROS. Milieuklachten waarvan het vermoeden bestaat dat de menselijke gezondheid wordt aangetast, worden eveneens ingebracht in MKROS. Het is echter niet de bedoeling dat het PIH een bemiddelingskantoor gaat worden voor allerhande burenruzies.

Aan het meldpunt is geen interventiedienst gekoppeld.

De provincie heeft namelijk geen handhavingsbevoegdheid naar vergunningsplichtige inrichtingen toe. Wel kan men uitzoeken welke instantie bevoegd is, zodat ze de klacht gericht kunnen overmaken. Indien noodzakelijk kan het PIH de nodige onderzoeken uitvoeren om de ernst van de hinder vast te stellen.

Waarom is registratie in MKROS belangrijk?

MKROS rnaakt het mogelijk een :goed inzicht te verwerven in de plaatsen waar hinderbronnen aanwezig zijn en waar probleemsituaties zich voordoen zodat op lange termijn gericht acties kunnen ondernomen worden om de hinder terug te dringen.

Hoe melden?

Coördinaten:

www.milieuinfo.be:

Milieuinfo.be is een internet-wegwijzer voor leefmilieu en natuur.

Momenteel kan u enkel nog maar wegwijzers vinden naar internetsites van overheidsinstanties (van de Vlaamse overheid).

In de toekomst zullen eveneens wegwijzers naar milieu- en natuurinformatie van provincies en gemeenten opgenomen worden.

Opletten met wijkcomposteren ! Onduidelijke tussenpositie tussen thuiscomposteren en grootschalige compostering

(bron: “Het Wel en Wee van Wijkcomposteren” – OVAM; brochure is te bestellen bij OVAM tegen 4,96 EUR)

Naast het thuiscomposteren en de professionele compostering is er voor de verwerking van huishoudelijk keuken- en soms ook tuinafval, een soort tussenvorm ontstaan, namelijk de wijkcompostering. Hierbij wordt het composteerbare afval niet in de achtertuin of in een professionele installatie gecomposteerd, maar op een gemeenschappelijke locatie, gelegen op privé- of openbaar domein, meestal onder het toeziend oog van één of meerdere vrijwilligers. De nadruk ligt er op afvalverwerking, maar het openbloeien van de sociale contacten in de wijk is een belangrijk nevenverschijnsel.

De meeste wijkcomposteringen staan echter op de rand van het onwettelijke. In de huidige wetgeving wordt de tussenpositie van het wijkcomposteren tussen thuiscomposteren en professionele compostering niet erkend. Dit maakt dat het wijkcomposteren, qua wettelijke verplichtingen, op het niveau van de professionele GFT-compostering zit. Aangezien dit vrij zware verplichtingen inhoudt en/of omwille van onwetendheid hebben slechts weinig wijkcomposteringen de huidige reglementering gerespecteerd. Zowel de wetgeving op de ruimtelijke ordening (bouwvergunning), het decreet op de milieuvergunningen (VLAREM I en II), het afvalstoffendecreet (VLAREA ), als het Koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten zijn namelijk op de wijkcompostering van toepassing.

Bij de overheidsinstanties is echter een consensus gevonden om de wetgeving aan te passen zodat in de toekomst een onderscheid zal bestaan tussen de kleinschalige wijkcompostering – die niet meer als afvalverwerking zou worden beschouwd – en de grootschalige wijkcompostering, waarvoor een bouwvergunning vereist is, een milieuvergunning volgens VLAREM, evenals een regelmatige kwaliteitsopvolging en analyse van de compost in toepassing van VLAREA.

Hieronder zetten we nogmaals kort de (mogelijke) toekomstige wijzigingen op een rij. De Vlaamse Compostorganisatie vzw (VLACO) verwacht dat de vereenvoudiging van VLAREM nog zal worden goedgekeurd voor het einde van 2002.

Kleinschalige wijkcompostering

Een composteerinstallatie is eveneens vrijgesteld van bouwvergunning op voorwaarde dat:

Het geheel van deze omschrijvingen stemt vrij goed overeen met de realiteit van kleinschalige wijkcompostering. De zichtbaarheid vanaf de openbare weg kan wel voor problemen zorgen. Omwille van de sociale controle is een goede zichtbaarheid zeker wenselijk.

Grootschalige wijkcompostering:

Tenslotte kunnen we nog vermelden dat, volgens het Koninklijk besluit van 7 januari 1998 betreffende de handel in meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, een derogatie van het Ministerie van Landbouw nodig is, indien de compost van de wijkcompostering verhandeld zou worden. Dit kan worden vermeden door de afzet te organiseren bij de leveranciers van het afval (dus de wijkbewoners zelf), op de wijkcomposteerplaats of in gemeentelijke groendomeinen.

Bovendien heeft de Vlaamse regering eind maart 2002 een subsidiebesluit inzake huishoudelijk afval goedgekeurd. Op basis daarvan kunnen wijkcomposteerplaatsen gesubsidieerd worden indien enkele minimum voorzieningen, zoals een omheining van de wijkcomposteerplaats en een schuilhok aanwezig zijn.

bestrijdingsmiddelen: geen plots verbod, wel groeipad van toenemende reductie

Om vanaf januari 2004 nog bestrijdingsmiddelen te mogen gebruiken op openbare domeinen, moeten lokale besturen (en andere openbare diensten) een reductieprogramma indienen tegen 1 juni 2003. Ter begeleiding hiervan zal de Vlaamse overheid een uitvoeringsbesluit en een draaiboek opmaken. Dit zou er als volgt uitzien.

In het reductieprogramma zijn sensibilisering van de gebruikers en vervanging van de gebruikte producten door minder schadelijke producten, een eerste blok aan acties voor de jaren 2004-2008. Voor de keuze van producten zal de milieumeetlat (uit de cluster vaste stoffen van het milieuconvenant) vervangen worden door de POCER-indicator die met meer indicatoren rekening houdt (bv. gezondheid gebruiker). De VVSG bepleit hierbij ook een "witte lijst" van producten die sowieso worden aanvaard.

Een tweede "blok" aan acties betreft een voorbeeldproject in de jaren 2005-2008. Dit voorbeeldproject moet zich situeren binnen de groendomeinen en wegen van 20 % van de gemeente-oppervlakte. Het project omvat een aangepast beheer van verhardingen en groenzones en de sensibilisering van de inwoners. Hierbij blijft de vraag bestaan of hieruit niet best afgezonderd worden de kerkhoven en sportvelden, waar klassieke bestrijding haast de enige mogelijkheid is.

In de periode vanaf 2009 moet de ervaring van het voorbeeldproject leiden tot een volledige afbouw van het bestrijdingmiddelengebruik op het gehele openbaar domein.

De VVSG dringt erop aan dat de Vlaamse overheid duidelijk maakt welke noodzakelijke afwijkingen ze in elk geval zal toestaan.

De Vlaamse overheid zal ook de gemeenten financieel stimuleren om haar inwoners te sensibiliseren minder bestrijdingsmiddelen te gebruiken (hoe en wanneer is nog niet duidelijk); ze zal trouwens zelf een mediacampagne organiseren voor het grote publiek in februari 2003. De VVSG verwacht van de Vlaamse overheid ook nog een beargumenteerde raming van de meerkost van alternatieve onkruidbestrijding.

Meer info: Christophe Dierckxsens (AMINAL afd. Water - christophe.dierckxsens@lin.vlaanderen.be - tel. 02-5532144)

(bron: Milieumail© 21 november 2002 - Digitale Milieunieuwsbrief van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten)

[Werking 2002]

laatste wijziging: 23/06/22