Adviesgroep Mobiliteitsplan
Algemeen
Veel steden en gemeenten hebben de laatste jaren belangrijke
inspanningen geleverd inzake hun verkeersbeleid en dit om de
verkeersveiligheid en leefbaarheid te verbeteren (zone 30, aanpak
zwarte punten, leefbare doortochten, snelheidscontroles,
herwaardering woonkernen, woonerven, herziening schoolomgeving,
...) . Men gebruikt hiervoor vaak een verkeersplan of een
verkeerscirculatieplan.
Het mobiliteitsplan zet evenwel een stap verder. Wat zin heeft
het immers om (vaak) dure ingrepen te laten uitvoeren als het
verkeersvolume de volgende jaren sterk blijft groeien en de
meeste (verkeers)problemen niet stoppen aan de stadsgrens.
Ontegensprekelijk staat het mobiliteitsbeleid voor meer
fundamentele uitdagingen. Er moet gekozen worden voor een
ecologische, economische en sociale ontwikkeling van de
mobiliteit die de volgende generaties niet belast met lasten en
problemen waarvoor we vandaag de verantwoordelijkheid niet wensen
te dragen. Dit betekent o.a.:
- optimale benutting van de capaciteit van het bestaande
netwerk;
- gevoelige versterking van de vervoersalternatieven (openbaar
vervoer, fietsen,...)
- ontmoedigen van het autosolisme (één persoon per auto)
en het vrachtverkeer over de weg (door het aanbieden van
evenwaardige alternatieven);
- substitutie van verplaatsingen door middel van bv
telewerk, zo mogelijk een andere leef-gewoonte "aanleren"
inzake keuze van vervoerswijze en locatie (wonen &
werken).
In dit alles zal het mobiliteitsplan een cruciale rol spelen.
Niet alleen ons land maar zowat heel Europa poogt op dit
ogenblik, en dit uit economische, ecologische en sociale noodzaak,
de mobiliteit te beheersen en de groei van auto- en vrachtverkeer
langs de weg om te buigen.
Om tot een duurzaam mobiliteitsbeleid te komen (verkeer stopt
niet aan de gemeentegrenzen: vele problemen dienen bovenlokaal
aangepakt te worden, zelfs internationaal en Europees) worden de
gemeenten gestimuleerd om een mobiliteitsconvenant af te sluiten
waarbij ze zich engageren om een mobiliteitsplan op te maken. Tot
op heden zijn we te vaak geconfronteerd met een onsamenhangend
beleid wat resulteerde in niet-duurzame investeringen en het
verplaatsen van knelpunten. Het verkeer loopt vast en er zijn
geen valabele alternatieven beschikbaar (mede door een gebrek aan
investeringen in het verleden)
Met de mobiliteitsconvenant beoogt de Vlaamse overheid een
samenwerking te bekomen tussen de stad, het gewest, het openbaar
vervoer en andere belangengroepen. Dit moet leiden tot:
- mobiliteit beheersen
- duurzame ontwikkeling
- betrokken partijen bijeenbrengen
- een concensus tussen de partijen bereiken
- een trendbreuk realiseren met het beleid uit het verleden
Het mobiliteitsplan doorloopt 3 fasen:
- de oriëntatienota:
- verkent de ruimtelijk toestand van de stad
- inventariseert en duidt de bestaande studies
- bundelt de visies van de actoren.
- de problemen worden omschreven (waarover
concensus bestaat wordt niet behandeld)
- vastleggen van nog uit te voeren bijkomend
onderzoek
- de opbouw van het plan is erop gericht,
door middel van bijkomende analyses en onderzoek meerdere
duurzame scenario's inzake mobiliteit te ontwikkelen. Dit
moet het mogelijk maken om op een systematische wijze
voorstellen van beleidskeuzen te formuleren ter
voorbereiding van de laatste fase;
- het beleidsplan "duurzame
mobiliteit" is de beleidskeuze van alle
beleidsactoren en geeft de krachtlijnen en de
verantwoordelijkheden aan voor een geïntegreerd
programma van acties voor de korte, middellange en lange
termijn. Er wordt gestreefd naar een eendrachtige
beleidskeuze van alle betrokken partijen.
Samengevat... het waarom van een mobiliteitsplan:
- om de steeds maar groter en langer wordende files terug
te dringen
- om de blijvende groei van het autoverkeer (autosolisme)
en vrachtvervoer langs de weg een halt toe te roepen
- om de bereikbaarheidsproblemen op te lossen
- om het verder toeslibben van onze wegen tegen te gaan en
een betere doorstroming op de verkeersassen te realiseren
- om het aantal verkeersongevallen drastisch te verminderen
- om de verkeersleefbaarheid te verhogen
- om geluids-, trillings-, en stankoverlast maximaal weg te
werken in woon- en natuurgebieden
- om nog verdere economische, ecologische en sociale schade
te voorkomen en daar waar mogelijk te herstellen of te
compenseren
- om de ons nog resterende open ruimten te beschermen
- om ons leefmilieu te beschermen
En in Mortsel...
In het kader van de opmaak van het mobiliteitsconvenant,
afgesloten tussen de stad en de Vlaamse gemeenschap, werd door de
gemeenteraad van Mortsel op 17 februari 1998 besloten een
adviesgroep op te richten.
De mobiliteitsconvenant heeft een looptijd van 5 jaar en werd
afgesloten tussen het Vlaamse gewest, de Vlaamse
Vervoersmaatschappij, de Provincie Antwerpen en de stad Mortsel.
Deze convenant heeft als doelstelling de verkeersveiligheid te
verhogen, de verkeersleefbaarheid te verbeteren en de
vervoersvraag te beheersen door middel van ruimtelijke
herstructurering en selectieve bereikbaarheid van de auto,
gekoppeld aan een verhoogde bereikbaarheid door een versterking
van de alternatieve vervoersmiddelen.
Het mobiliteitsplan vormt de basis van het
mobiliteitsconvenant
Er werd een adviesgroep en een technische stuurgroep opgericht
als beleidsorgaan bij het opstellen van het mobiliteitsplan voor
Mortsel.
De stuurgroep formuleert de doelstellingen,
bewaakt de procedure en brengt de actoren te samen. De leden van de stuurgroep zijn
ambshalve met "verkeer" bezig maar maken in dit orgaan
geen keuzes.
De ambtelijke werkgroep zorgt voor de
concrete voorbereiding en het uitwerken van het plan, volgt de
studies op en controleert het dagelijks beleid .
De adviesgroep
zorgt voor de inhoudelijke begeleiding van de opmaak van het plan.
Milieu Advies Raad en de adviesgroep mobiliteitsplan
Op 19/03/98 werd Marc Tobback (secretaris) als
vertegenwoordiger van de Milieu Advies Raad in de adviesgroep
mobiliteitsplan voorgedragen. Zijn kandidatuur werd op 29/09/98
aanvaard door het stadsbestuur.
Werking
08/10/1998 |
- Eerste bijeenkomst stuurgroep
- Over de inhoud van de gesprekken is er tot op
heden niets bekend. De leden van de stuurgroep
waaraan informatie gevraagd werd, gaven geen
gegevens vrij
|
19/10/1998 |
- Bij de opmaak van de oriëntatienota voor de
vergadering van 02/12/98 worden de visies van de
verschillende geïnteresseerde actoren in het
verkeersbeleid geinventariseerd.
- Deze inventaris moet toelaten de verschillende
meningen naast elkaar te plaatsen en uit te maken
waarover consensus bestaat en waarover
tegenspraak.
- Naar de start van de eigenlijke planfase kan
hiermee bepaald worden welke onderdelen verder
moeten onderzocht worden en welke niet.
- Ook de milieuraad werd gevraagd haar visie over
"verkeer" samen te vatten in een nota ter voorbereiding
van de vergadering van de adviesgroep op 02/12/98.
|
02/12/1998 |
- verslag eerste bijeenkomst
adviesgroep:
- situering van het plan
- de stand van zaken
- de verschillende visies van de (geïnteresseerde)
belangengroepen:
- punten van confict en overeenkomst
- nog te onderzoeken punten
|
03/12/1998 |
- Op de milieuraad werd door de Heer Lernout het
plan toegelicht (inhoud was gelijk aan deze van
de vergadering van de adviesgroep op 02/12/98).
- Ook de visie van de NMBS en De Lijn kwamen hierin
aan bod.
- De NMBS is niet dadelijk vragende partij in dit
dossier. De spoorwegen in mortsel kunen eventueel
gebruikt worden als alternatief voor de "ijzeren
Rijn". Wat betreft de Hoge Snelheidslijn: de
werken hiervoor te Mortsel zijn reeds voltooid.
- De Lijn stelt dat het verlengen van de bestaande
tramlijnen de eerste prioriteit is. De tram wordt
de vervoerskeuze voor de lange trajecten. De tram
over de Statielei staat vooraan op de
verlanglijst. Er wordt gedacht om de bestaande
buslijnen die samenvallen met tramtrajecten af te
buigen en in te schakelen voor de ringtrajecten
die de gemeenten rond Antwerpen met elkaar
verbinden. Verder wordt er gewerkt aan
verkeerslichtbeïnvloeding. De bussen mee op de
bedding van de tram laten rijden gaat niet door.
|
15/12/1998 |
- De gemeenteraad heeft haar visie
over verkeer vastgelegd.
- Deze week in punten en komma's af van de versie
die voorgelegd werd op de vergadering van de
adviesgroep van 02/12/98
|
11/02/1999 |
- op de milieuraad werd door de verantwoordelijke
bij de politie (Dhr. Van Acken) de laatste
vorderingen voorgesteld:
|
05/10/1999 |
- op de gemeenteraad van 5 oktober 1999 werd
volgende informatie gegeven over de stand van het
mobilititeisplan:
- op 22/04/1999 werd het ontwerp voorgelegd
aan de provinciale auditcomissie. Deze
heeft enkele opmerkingen gemaakt over de
gebruikte terminologie.
- het verslag van deze vergadering is tot
op heden nog niet beschikbaar (beloofd
voor 15/10/1999)
- als het verslag beschikbaar is, zal de
stuurgroep samenkomen i.v.m. de gewenste
aanpassingen
- een bijeenkomst van de adviesgroep is
niet gepland.
- ondertussen is er op provinciaal vlak
beslist een mobiliteitsstudie uit te
voeren voor het stadsgewest "Antwerpen".
Deze dient klaar te zijn tegen september
2000
Op de resultaten zal gewacht worden om
het Mortselse mobiliteitsplan verder op
te stellen.
|
06/04/2000 |
|
06/03/2001 |
|
Daarna:
- verwerking van de probleemformuleringen en visies tot een
eindrapport
- bespreking van dit rapport met de stuurgroep
- oriëntatienota voor college van burgemeester en
schepenen
- januari 1999: visies naar auditcommissie van de Vlaamse
Gemeenschap
- Fase 2: opbouw plan, bijkomende onderzoeken, ...
[terug]
laatste wijziging: 20/10/04