Retributie op de afgifte van materialen op het gemeentelijk recyclagepark - Dienstjaar 2000-2001

ontwerp

De gemeenteraad van Mortsel,

Gelet op de opening van een gemeentelijk recyclagepark op de gemeentelijke werf;

Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen;

Gelet dat men éénmaal per week maximaal 1,5 m³ van de navermelde materialen mag afgeven op het gemeentelijk recyclagepark, zoals opgenomen in het politiereglement op het voorkomen, sorteren en verwijderen van huishoudelijk afval;

Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet;

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 29 oktober 1996 houdende goedkeuring van het retributiereglement op de afgifte van materialen op het gemeentelijk recyclagepark - dienstjaren 1997- 2001;

Gelet op het advies uitgebracht door de gezamenlijke raadscommissie in zitting van … 1999.

 

BESLUIT IN OPENBARE ZITTING:

Art. 1.

De gemeenteraadsbesIissing van 29 oktober 1996 houdende vaststelling van het retributiereglement op afgifte van materialen op het gemeentelijk recyclagepark, dienstjaren 1997 - 2001 wordt opgeheven.

Art. 2.

Met ingang van 1 januari 2000 en eindigend op 31 december 2001 wordt een retributie geheven op de afgifte van recycleerbaar grof huisvuil op het gemeentelijk recyclagepark.

Onder grof huisvuil wordt verstaan: afvalstoffen van huishoudelijke oorsprong die door hun aard en omvang afzonderlijk dienen te worden ingezameld. Het bestaat uit volgende fracties: steenpuin, groenafval, oude metalen, recycleerbaar houtafval, wit- en bruingoed (zoals gedefinieerd in art. 3.5.1.1 van het VLAREA (Besl.VI.Reg.17/12/1997)) en banden van personenwagens.

Onder wit- en bruingoed dat schadelijke componenten bevat zoals bedoeld in art. 3.5.3. §2 van het VLAREA worden volgende voorwerpen verstaan: televisies en monitoren van computers, microgolfovens, draagbare verwarmingsapparaten en het in art.3.5.1.1.c van VLAREA (Besl.VI.Reg. 17/12/1997) bedoelde niet-beeldbuishoudende bruingoed.
Onder wit-en bruingoed dat (H)CFK-houdende onderdelen bevat zoals bedoeld in art. 3.5.3. §2 van het VLAREA worden volgende voorwerpen verstaan: koelkasten, diepvriezer:, klimaatregelingsapparaten.

Art. 3.

De retributie is verschuldigd door de persoon die tot afgifte overgaat.

Art. 4.

De retributie wordt vastgesteld als volgt:

  • steenpuin:
  • van 0,5 m³ tot en met 1 m³:
80 BEF
  • van 1 m³ tot en met 1,5 m³:
160 BEF
  • autobanden (per band, max. 2):
40 BEF
  • wit- en bruingoed dat schadelijke componenten bevat:
160 BEF per stuk
  • wit- en bruingoed dat (H)CFK-houdende onderdelen bevat:
320 BEF per stuk

Art. 5.

Alvorens tot afgifte te mogen overgaan dient:

Art. 6.

Nadat tot storting werd overgegaan zal het in bewaring gegeven bedrag als retributie worden geboekt.

Art. 7.

Bij niet-minnelijke regeling van deze retributie zal de inning gebeuren bij burgerlijke rechtsvordering.

[advies]

laatste wijziging: 11/08/10