Creemers Annemie; Cuypers Koen; Devisch Ronny; Iven Ivo; Lambert Griet; Mertens Erik; Tobback Marc; Van Puyvelde Jeannine; Joris Yves; De Meyere Carine; Fierens Jos
In een nota van de fort-natuurgidsen vinden met hun bekommernissen i.v.m.
harmonisch parkbeheer op fort 4.
Er wordt gevreesd voor een conflict tussen natuur – cultuur – monument.
Nota van de fortnatuurgidsen Belangrijke aandachtspunten betreffende natuur:
|
Leen Wouters, die instaat voor de natuurontwikkeling op fort 4, laat zich verontschuldigen. De nota werd echter wel binnen de gemeentediensten besproken en Erik Mertens heeft het op zich genomen om de toelichting aan de milieuraad te geven.
Vanuit het stadsbestuur wordt voorgesteld om in het voorjaar 2007 ter plaatse de situatie te bekijken en daarbij de nodige verduidelijkingen te geven.
Op 20 november om 9u30 is er een vergadering met Velt in verband met de verdere uitwerking van het groenproject op Fort 4.
Opmerkingen op de nota:
Grondverzet, afkomstig van de turnhal
Er zal een oppervlakte van 1500m² worden opgehoogd. (de bouwcode voorziet dat de uitgegraven grond bij voorkeur op hetzelfde perceel gestort moet worden)
De uitgegraven grond is ‘zuiver’.
De invliegopeningen voor vleermuizen in de fundamenten van het aanpalende gebouwtje worden niet bedreigd.
Ze werden al een beetje toegemaakt zodat er een beter leefmilieu voor de vleermuizen ontstaat.
Doorzicht van het hoofdfrontgebouw naar het reduit:
Er werd een vrij zicht gecreëerd tussen het midden van het hoofdfrontgebouw en de vlag die boven op het reduit staat. Het werd op initiatief van het stadsbestuur gerealiseerd. Deze ingreep heeft tot doel om bezoekers een beter inzicht te geven in de structuur van het monument.
We hebben ook geleerd dat hiervoor de bomen (o.a. Italiaanse populier) voor het vleermuizenverblijf niet gekapt zijn maar ‘gesnoeid’ (tot aan de wortel)
Doorzicht hoofdfrontgebouw-reduit Vleermuizenverblijf na snoeiwerken Harmonisch parkbeheer:
Men ervaart dat in de communicatie vooral aandacht geschonken wordt aan de historische / monumentwaarde van fort 4. De natuur lijkt hieraan ondergeschikt te zijn.
Er werden educatieve borden ontworpen voor het fort, maar deze handelden hoofdzakelijk over het monument. De natuurgidsen wezen op het tekort aan natuurinformatie.
Het project van de borden ligt echter voor het ogenblik stil.Overwintering van vleermuizen:
De stadsdiensten zijn momenteel bezig om de zones vast te stellen waar omwille van de aanwezigheid van vleermuizen geen fakkeltochten gewenst zijn. Deze zones worden vastgesteld op basis van de resultaten van de vleermuizentellingen van de afgelopen jaren. In eerste instantie zijn het hoofdfrontgebouw, de hoofdcaponniere (eiland), de linkse caponniere, de rechtse lage batterij, de contrescarpe reduit (deels) en de lokalen naast de bomvrije gang niet toegankelijk voor fakkeltochten. De rest van de gebouwen is wel toegankelijk voor fakkeltochten.
De zones die bewoond worden door vleermuizen kunnen zo afgezet worden met waarschuwingsborden.De fakkeltochten verstoren de vleermuizen tijdens hun overwintering: ze zijn gevoelig voor de bewegingen, de verandering van temperatuur en vochtigheidsgraad én de rook schrikt hen af.
De fakkeltochten tijdens de kerstboomverbranding na Nieuwjaar zullen niet door de gebouwen gaan zodat er geen verstoring te vrezen valt.
De fakkeltochten die door de gebouwen gaan, zijn gepland voor het voorjaar 2007, na het vleermuizenseizoen (dat loopt van oktober tot april).Het gebruik van fakkels blijft bij de milieuraad vragen oproepen. De geur van de fakkels gaat doorheen de gewelven en blijft hangen: het is aangetoond dat dit een verstoring op langere termijn geeft.
De vraag stelt zich of de fakkels echt ‘moeten’ én dat een gelijkaardig effect niet bekomen kan worden door gebruik te maken van zaklampen.De overwinteringplek in de ingestorte ruimte van het hoofdfrontgebouw staat eveneens onder druk.
De sfeerverlichting waarover reeds langer geruchten de ronde doen zullen enkel geplaatst worden tijdens evenementen én niet tussen oktober en april (vleermuizenseizoen).
Deze vroeger afgesloten ruimte wordt nu occasioneel betreden door groepen o.l.v. monumentengidsen. Er wordt op aangedrongen dit niet te doen tijdens het vleermuizenseizoen.
Het stadsbestuur bevestigd dat de ingestorte ruimte bij het hoofdfrontgebouw omwille van veiligheidsredenen en de aanwezigheid van vleermuizen niet toegankelijk is. Dit zal nogmaals aan alle gidsen worden duidelijk gemaaktNa april 2007 zullen de gebouwen bovenop het hoofdfrontgebouw ook afgesloten worden met een vleermuisvriendelijke afsluiting waardoor deze beter geschikt worden als overwinteringplaats.
Herstel van het toegangsgebouw:
Bij het herstel van het toegangsgebouw zal een strook van een 8-tal meter boomvrij gemaakt worden om de waterdichting van de onderliggende gebouwen mogelijk te maken.
Nadien zal er ook enkel lage beplanting op toegelaten worden.
Afvoer van hemelwater naar de fortgracht:
Er is een pomp besteld om water uit de spoorweggracht over te pompen naar de fortgracht. Men vraagt wel dat er opgelet moet worden met residu’s van bestrijdingsmiddelen die door de NMBS gebruikt worden.
De gescheiden riolering van de verkaveling ‘Dosfelhof’ stopt op enkele meters van de fortgracht, maar loopt daar in het gemengde rioleringsstelsel.
De aansluiting van deze straat op de fortgracht wordt gekaderd in een ruimer rioleringsplan (doordat de Fortstraat voorlopig nog niet van een gescheiden stelsel voorzien wordt, zal dit nog lang duren).Voor het gescheiden stelsel op de Liersesteenweg (regenwater van de huizen + zijstraten) wordt een overstort voorzien naar fort 4. Men schat dat dit een viertal keer per jaar gebruikt gaat worden bij extreme regenval.
Omdat het over een ‘verbeterd’ gescheiden stelsel gaat, is het risico op vervuiling beperkt.Ondersteuning van de gidsenwerking:
De (natuur)gidsen hebben het gevoel dat ze weinig inspraak / impact hebben op het beleid rond fort 4, ondanks dat ze over een niet te verwaarlozen expertise beschikken.
Zowel de natuur- als monumentengidsen werken ‘pro deo’. Waardering en ondersteuning van hun werk wordt door de milieuraad essentieel geacht om deze medewerkers te motiveren.
Ook lijkt de aanwezigheid van een geschikt lokaal voor het ontvangen van bezoekers en het tentoonstellen van educatief materiaal noodzakelijk. (Dit werd tot nu toe nog niet toegestaan door de beheerders van fort 4)De natuurgidsen kunnen steeds een beroep doen op financiële ondersteuning van de milieuraad voor de aankoop van natuureducatief materiaal (voor zover er middelen beschikbaar zijn).
De werkzaamheden voor de bouw van de nieuwe turnhal zijn gestart. De turnhal
komt naast de bestaande sporthal in de Drabstraat.
Het stadsbestuur koos deze locatie omdat:
Er wordt veel aandacht geschonken aan isolatie en techniek om tot een minimaal energie- en waterverbruik te komen.
De afmetingen van het gebouw zijn wel aanzienlijk toegenomen sinds de
milieuraad over dit gebouw advies gegeven heeft in 2004. Origineel werd 20 * 30
m opgegeven als afmetingen.
De bouwplannen voor de turnhal (zoals nu vergund en in uitvoering) zijn door de
gemeenteraad goedgekeurd op 25/10/2005.
De nieuwe afmetingen zijn::
De nieuwe turnhal wordt gebouwd in een zone die op het gewestplan bestemd is voor dagrecreatie. De bevoegde Vlaamse diensten (Entiteit Onroerend Erfgoed en Agentschap Natuur en Bos) gingen akkoord met de voorgestelde inplantingzone. Het rechthoekige gebouw wordt met de korte zijde tegen de sporthal gebouwd. Zo kan een waardevolle boom gespaard worden en is het nieuwe gebouw nauwelijks zichtbaar vanuit de Drabstraat.
Voor de turnhal moeten een aantal bomen in het buitenglacis van het fort gerooid worden. Het Agentschap Natuur en Bos van de Vlaamse overheid heeft toestemming gegeven voor het rooien op voorwaarde dat de stad Mortsel een compensatiebos voorziet. Dat nieuwe bos is dubbel zo groot als de oppervlakte gerooide bomen aan de sporthal.
De milieuraad én de GECORO hebben steeds geprotesteerd tegen de bouw van de turnhal op deze plaats: beide adviesorganen wensen de buitenglacis maximaal te behouden.
Als protest tegen het kappen van het bosje én om het stadsbestuur duidelijk te maken dat de milieuraad geen verdere bebouwing van de buitenglacis wenst, werd beslist een ‘doodsbrief’ en briefkaart te verspreiden, vergezeld van een persbericht.
De ‘doodsbrief’werd eveneens aan beide zijden van de werf op een aanplakbord opgehangen.
Op 27/10/2006 en 30/10/2006 werden de laatste hoge bomen op het domein Fort 3 (deel Mortsel) gekapt.
Deze bomen stonden buiten het toepassingsgebied van de natuurvergunning.
Het Agentschap voor natuur en bos oordeelde ditmaal dat er geen vergunning nodig was omwille van 'acuut gevaar'.
Er werd op 27/10/06 een kapvergunning aangevraagd. De toelating werd op … 27/10/06 reeds verleend en men startte de werken op ….27/10/06.
In de vergunning werd onder andere toelating verleend voor het vellen van een groep van 27 Italiaanse populieren.
De beplanting van de oevers van de koude beek is nog voor het einde van 2006 voorzien in samenwerking met het Bessem-comité.
De bedeling van haagplanten en nestkastjes op zaterdag 25 november 2006 is zeer vlot verlopen. Hiervoor danken we de 7 personen die de pakketten samengesteld hebben en de 6 personen die de bedeling tot een goed einde gebracht hebben.
De stock nestkasten werd ook te koop aangeboden aan de bezoekers van het containerpark. Er werden op deze wijze ook nog 30 nestkastjes aan de man gebracht
Water is een systeem dat niet alleen de waterlopen, maar ook het grondwater, de oevers en valleien omvat, evenals alle dieren en planten die er leven. Het watersysteem vervult zowel ecologische, economische als sociale functies. Het stopt bovendien niet aan administratieve grenzen. Daarom is een integrale aanpak noodzakelijk, met veel overleg over de grenzen van gemeenten, provincies, gewesten en landen heen.
Maar het is onmogelijk alle acties en maatregelen voor heel Vlaanderen in één allesomvattend plan te gieten. Elk watersysteem verdient een eigen aanpak. Daarom worden afzonderlijke plannen opgemaakt voor de stroomgebieddistricten van Maas en Schelde, voor de 11 bekkens en 103 deelbekkens.Tegen 2015 moet de algemene toestand van het oppervlakte- en grondwater in heel Europa goed zijn. Zo staat het in de Europese kaderrichtlijn Water. Om dit te bereiken, moet er per stroomgebied een beheerplan opgemaakt worden met een bijhorend maatregelenprogramma. Vlaanderen moet tegen eind 2009 in overleg met de buurgewesten en – landen twee van die stroomgebiedbeheerplannen opmaken: een voor het stroomgebied van de Schelde en een voor het gebied van de Maas.
Het openbaar onderzoek over deze twee plannen start vanaf eind 2008 maar vanaf morgen krijgt de burger al inspraak over het tijdsschema en werkprogramma voor de opmaak van de stroomgebiedbeheerplannen en over de grote uitdagingen voor het behalen van een goede toestand tegen eind 2015.Omdat het essentieel is het waterbeleid gebiedsgericht aan te pakken, voorziet het decreet Integraal Waterbeleid en de Waterbeleidsnota in de opmaak van bekken- en deelbekkenbeheerplannen. In Vlaanderen werden 11 bekkens afgebakend. Van oost naar west zijn dat het bekken van de IJzer, de Leie, de Brugse Polders, de Bovenschelde, de Gentse Kanalen, de Dender, de Benedenschelde, de Dijle en de Zenne, de Nete, de Demer en de Maas.
Het bekkenbeheerplan bundelt alle aspecten en kenmerken van het bekken en beschrijft welke er de kansen en knelpunten zijn. Het centrale hoofdstuk van het plan is een weloverwogen visie op het waterbeheer in het bekken. Die visie wordt in de praktijk vertaald naar concrete acties en maatregelen.
De bekkenbeheerplannen bevatten o.m. maatregelen om overstromingen tegen te gaan, gaande van infrastructuurwerken tot baggeren of onkruid ruimen in bepaalde beken. De plannen tonen ook waar er ruimte komt voor recreatie, welke watermolens zullen gerestaureerd worden, in welke straten er rioleringswerken gepland zijn, waar er aan erosiebestrijding wordt gedaan, welke beken terug zullen meanderen, enz.
Per bekken werd een brochure opgemaakt met concrete acties en maatregelen.Elk bekken is verder opgedeeld in deelbekkens. In totaal zijn het er 103. De deelbekkenbeheerplannen verfijnen het bekkenbeheerplan en zijn de meest lokale plannen.
Tussen de verschillende plannen bestaat een heel intense samenhang: ze brengen allemaal het integraal waterbeleid in de praktijk, maar elk op het eigen niveau.Van 22 november 2006 tot 22 mei 2007 kunnen de waterbeheerplannen in het gemeente- of stadhuis ingekeken worden. De documenten zijn ook raadpleegbaar op de website van het openbaar onderzoek: www.volvanwater.be .
Daarnaast zal in het kader van het openbaar onderzoek een infomarkt en inspraakvergaderingen voor het benedenscheldebekken plaatsvinden op 5 februari 2007 om 19:00u in het Provinciehuis, Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen.
Het openbaar onderzoek en de campagne worden gecoördineerd door de Coördinatiecommissie Integraal waterbeleid (CIW).Via advertenties, een TV-spot, een website, folders en brochures worden de mensen aangemoedigd om deel te nemen aan het openbaar onderzoek.
De campagne loopt onder de titel “vol van water…”. Het centrale beeld van de campagne is een met water gevulde bol die op een beschermende manier door de mens gedragen wordt. De bol symboliseert de wereld die voor het overgrote deel uit water bestaat. De manier waarop de mens de bol draagt, geeft aan dat water van cruciaal belang is en dat we samen moeten instaan voor de bescherming ervan.Meer info:
laatste wijziging: 06/08/19