Verslag milieuraad 4 juni 2015

Aanwezig

Adams Jan; Cuypers Koen; Desmyter Jan; Hateau Roland; Tobback Marc; Mertens Erik; Van Hove Arnold; Sena Sirerol Vincente; Geerardyn Aagje

Advies ontwerp klimaatplan

Het stadsbestuur heeft een ontwerp klimaatplan voorgelegd aan de milieuraad ter advies.

Opmerkingen bij de tekst:

Energienorm voor nieuwbouw of renovatie stadsgebouwen

  Nieuwbouw publieke gebouwen Verbouwing/ renovatie
Isolatie K30/E40 Zoveel als mogelijk,
uitvoering conform subsidievoorwaarden Eandis
Ventilatie Type D niet warmterecuperatie conform norm Warmterecuperatie op extractielucht en gecontroleerde debieten waar mogelijk
Verwarmen en koelen Lage temperatuur voor verwarming
geen actieve koeling
Moderniseren verwarming en/of regeling behalve indien in recent verleden reeds uitgevoerd
Hernieuwbare energie PV panelen norm 2014 PV panelen waar mogelijk

Advies milieuraad:

De milieuraad is van oordeel dat het voorgelegde document een goede basis vormt voor een lokaal klimaatplan. Het moet binnen zijn context bekeken worden, m.a.w. een lokale planmatige aanpak als bijdrage tot een globaal klimaatbeleid.

De doelstelling moet zijn om te streven naar een reductie van het aantal broeikasgassen met 80 à 95% (t.o.v. 1990). Hiermee lopen we gelijk met de EU-doelstelling voor het ontwikkelen van een koolstofarme economie tegen 2050, zoals onder meer verwoord in de COM(2011) 112 final van 8 maart 2011 “A Roadmap for moving to a competitive low carbon economy in 2050”.
Om deze lange-termijn doelstelling te behalen, dient er tussentijds rekening gehouden te worden met de 2020 en 2030 doelstellingen van de EU, met name 20% minder broeikasgassen in 2020 en 40 % minder in 2030. Rekening houdende met de evolutie van de technologie mag verwacht worden dat de reductie per jaar in de laatste decennia groter zal zijn dan in de eerste decennia.

Gezien de lange-termijn problematiek vraagt de milieuraad om bij de uitwerking van dit lokaal klimaatplan verder te kijken dan het einde van de huidige legislatuur (eind 2018) en het 2020-perspectief van het Burgemeestersconvenant en de campagne Klimaatneutrale Organisatie 2020. Indien het plan niet voldoende ambitieus is, belasten we immers de volgende generaties nog meer met besparingsmaatregelen. Er wordt voor gepleit om duidelijke en realistische doelstellingen te formuleren, rekening houdende met de tussentijdse klimaatdoelstellingen, en er vervolgens een adequaat monitoring- en bijsturingsbeleid aan te koppelen.

Om het plan voldoende ambities te maken, vraagt de milieuraad om bij actiepunten, in het bijzonder de lopende, zo mogelijk minimumdoelstellingen toe te voegen. Gezien de voorbeeldfunctie van de stad kan er voor acties die tot de bevoegdheid van de stad behoren, best gekozen worden voor doelstellingen die ambitieuzer zijn dan wat op basis van de globale doelstellingen verwacht zou kunnen worden. Ten opzichte van de minimumnorm (of –doelstelling) dient de stad het systematisch een bepaald percentage (bv. 10 à 20 %) beter te doen.

De milieuraad vraagt dat de stad Mortsel bij evaluaties en functioneringsgesprekken steeds het criterium “milieu, klimaat en energie” toevoegt. Via deze weg wordt het eigen personeel op regelmatige wijze gesensibiliseerd. Het draagt er toe bij dat de gehele organisatie zich in de klimaatdoelstellingen inschrijft.

De milieuraad vraagt om de actiepunten in het klimaatplan SMART te definiëren en aan elk actiepunt een budget te koppelen.

De gevolgen van klimaatverandering zijn nu al voelbaar via de impact van piekdebieten door hevige neerslag en hitte in de zomer. Deze hebben veelal een negatieve invloed op de economie, ecologie en volksgezondheid.
De milieuraad is van oordeel dat het reductieplan voor broeikasgassen (met focus op mitigerende maatregelen) aangevuld moet worden met meer maatregelen voor klimaatadaptatie. Voor Mortsel lijken 2 aspecten van bijzonder belang: Het beheer van water en overstromingsrisico’s en het “urban heat island” fenomeen. Naar de mening van de milieuraad dienen er in het voorliggende plan meer concrete adaptieve maatregelen voorzien te worden.
In dat kader vraagt de milieuraad dat het stadsbestuur zich inschrijft in het “Mayors adapt”, een met het burgemeestersconvenant vergelijkbaar initiatief rond klimaatadaptatie. Dit project is overigens perfect inpasbaar in het stedelijk klimaatplan. Het zou ook een teken zijn dat Mortsel als stad staat voor een proactief, realistisch en verantwoordelijk klimaatbeleid.

Nieuw bouwreglement stad Mortsel – voorstel kadertekst

Milieubeleid en het verbeteren van het leefmilieu moet ruimer gezien worden dan het bevorderen van fauna en flora. Het milieubeleid moet ook gericht zijn op het creëren van een goed biotoop voor de mens.
De bouwcode moet een van de instrumenten zijn om dit te realiseren op perceelsniveau.

De bouwcode is een van de instrumenten dat keuzes vastlegt die de levenskwaliteit van de burgers in de stad voor een langere periode gaan beïnvloeden. Een gebouw heeft immers een levenscyclus van meerdere decennia en vergt een investering die over langere tijd afgeschreven wordt.
De bouwcode moet daarom flexibel genoeg zijn om in te spelen op de actuele noden en inzichten, zonder een belemmering te zijn voor innovatie en wijzigende socio-economische omstandigheden.

De bouwcode moet krijtlijnen vastleggen voor :

De bouwcode moet kaderen in een duurzaam beleid:

De nieuwe bouwcode moet de kaart trekken van duurzaamheid en innovatie. Duurzaamheid en innovatie zouden in principe als harde criteria ook zwaarder moeten doorwegen dan esthetiek, zeker als het over keuzes gaat op vlak van functies, kleuren, vormen en bouwvolumes, materialen, technieken, …). Esthetiek is immers een subjectief gegeven dat bovendien sterk beïnvloed wordt door persoonlijke voorkeuren (van burgers én ambtenaren) en de tijdsgeest.

De bouwcode dient de burger de nodige vrijheid te schenken voor zover dit de investeringen van de omwonenden en de levenskwaliteit van de omgeving niet in het gedrang brengt.

Het streven naar duurzaamheid moet ook rekening houden met de individuele noden van de bewoners (en de wijziging van de noden in functie van zijn ouderdom) en zijn beleven van welbehagen (privacy, groen, aangename publiek ruimte, …).

Spijtig genoeg zal de bouwcode ook nog een aantal bepalingen moeten bevatten die op geen ander niveau geregeld worden of onderhevig zijn aan onaangepaste beleid: vb. fietsenstallingen in voortuinen, rioleringen en septische putten

Diverse

Opvolging voorstelling klimaatplan door IGEAN:

  2011 2012 2013 2014
Technische dienst (12,96 kWp) 12.215 11.421 10.889 10.690
JOC (7,9 kWp) / 7.920 7.759 7.780
Stadsplein (134,85 kWp) / / 101.647 100.700

Opbrengst containerpark PV-panelen en windmolen

  2013 2014
PV-panelen 5.815 5.951
windmolen 591 584

Mededelingen:

Behaag-actie 2015

Open milieuraad “Natuur en klimaat: uitdagingen voor steden en gemeenten tegen 2050”

Rondvraag:

Beheersplan fort 4 - vleermuizen

[Werking 2015]

laatste wijziging: 14/08/16