Mortsel heeft een enorm verkeersprobleem door zijn ligging ten opzichte van Antwerpen. Verkeer uit een groot achterland vindt hier een radiale verbinding door Liersesteenweg-Statielei-Antwerpsestraat en Mechelsesteenweg-Antwerpsestraat. Deze verbindingen gaan midden door de bebouwde kom. Anderzijds is er een ringweg rond Antwerpen buiten de eigenlijke ring, de Vrede-Krijgsbaan, die ook dwars door Mortsel gaat. Voor een groot deel worden deze wegen gebruikt als doorgangsroute of als sluiproute indien de ring vastzit.
Een korte tocht langs bovengenoemde straten maakt duidelijk
dat de afgelopen decennia de belangen van het gemotoriseerde
verkeer allesbepalend zijn geweest voor het inrichten van de
openbare ruimte. Alle andere weggebruikers en andere
transportvormen komen er bekaaid van af, ze moeten het stellen
met een soms letterlijk marginale plaats en lange wachttijden.
Dit geldt voor het openbaar vervoer, de fiets en de voetganger.
Fietsen langs deze gewestwegen is een hachelijke onderneming. Uit
de recent gehouden fiets-enquête onder de Mortselse bevolking
komt als belangrijkste conclusie naar voren dat de huidige
situatie onhoudbaar is: de meeste fietsers ervaren het rijden
langs de gewestwegen als levensgevaarlijk. De winkelas
Statielei/Antwerpsestraat wordt door een groot deel van de
fietsers gemeden, ondanks het feit dat velen boodschappen doen
met de fiets (zie rapport Fietsen in Mortsel 1998).
Het vele (zware) verkeer veroorzaakt tevens een constante
vervuiling van de lucht, sterke geurhinder door de uitlaatgassen
en lawaai. Dit vormt een belasting voor onze gezondheid, in het
bijzonder die van mensen die langs deze wegen wonen.
Al deze factoren bedreigen de leefbaarheid van de kern, de
veiligheid van haar bewoners en dus de aantrekkelijkheid van
Mortsel als woongebied. De Statielei als winkelstraat is door dat
zware en intensieve verkeer onaantrekkelijk voor het winkelend
publiek.
Een andere visie op mobiliteit dringt zich dus op: een visie
die uitgaat van een lagere vervoersbehoefte en het bevorderen van
duurzame vervoermiddelen. Deze vervuilen niet of veel minder
omdat ze minder fossiele (en dus uitputbare) brandstof gebruiken,
zijn voor iedereen beschikbaar en bevorderen de kwaliteit van de
openbare ruimte en daarmee de leefbaarheid.
Het gaat er dus om het gebruik van duurzame vormen van vervoer
aan te moedigen (zie RSV 1996). Dat is tevens het uitgangspunt
van de voorliggende oriëntatie-nota. De Fietsersbond vindt het
noodzakelijk dat de plaats van de fiets als duurzaam en
volwaardig vervoermiddel geïntegreerd is in het totale
mobiliteitsconcept. Indien men bedenkt dat 47% van het aantal
autoverplaatsingen korter is dan 5 km en dat 25% zelfs korter is
dan 2 km, wordt het duidelijk dat het aandeel van de fiets voor
korte afstanden sterk kan toenemen. In een stedelijke
agglomeratie als die van Antwerpen biedt dit grote voordelen,
zoals een betere leefbaarheid en dus aantrekkelijkheid als
woongebied, een betere bereikbaarheid voor diensten en bedrijven,
minder milieuvervuiling.
Bovengenoemde enquête heeft waardevolle gegevens opgeleverd over de noden en wensen van fietsend Mortsel. Mede op basis van de resultaten hiervan formuleren wij de volgende eisen:
Andere voorwaarden voor een geïntegreerd mobiliteitsbeleid zijn:
De fiets verdient een volwaardige plaats in Mortsel omdat hij uiterst geschikt is voor korte verplaatsingen en complementair is met het openbaar vervoer. Fietsers zijn goede klanten van de middenstand. Bovendien is fietsen gezond, zowel voor zijn berijder als voor het milieu. Kortom: de fiets heeft de toekomst!
(versie 16 november 1998)
laatste wijziging: 01/12/98