Visie Jeugdraad Mortsel

Opgesteld na bevraging leden van de jeugdraad d.d. 25 november 1998

Algemeen uitgangspunt jeugdraad

Het verkeer dient Zo georganiseerd te worden dat het aangenaam en veilig is voor iedere weggebruiker op elk moment. Iedereen zal een inspanning moeten leveren om optimale benutting te bekomen

Vanuit de vooropgestelde visie

  1. Het doorgaand verkeer dient zoveel mogelijk geleid te worden. Hiervoor dient men gebruik te maken van alle mogelijke wegen. Zowel gewest- als gemeentelijke wegen. De gemeente dient er over te waken dat niet alle straten beschouwd worden als "woonwijkstraten" (b.v. Drabstraat/Heirbaan). Tevens dient de gemeente bij de organisatie van het binnengemeentelijke verkeer de eenvoudigste en minst belastende oplossing te zoeken (welke niet noodzakelijk gewestwegen zijn)
    Alle (doorgaand) verkeer leiden langs gewestwegen leidt immers tot overbelasting i.p.v. maximale belasting ervan.
  2. Over gans de gemeente dient de veiligheid van elke weggebruiker zoveel mogelijk gewaarborgd te worden, en in het bijzonder dat van de zwakke weggebruiker. Hiervoor dient gestreefd te worden naar aanleg van brede en verhoogde voet- en fietspaden. Parkeerstroken dienen aangelegd te worden tussen voet/fietspad en rijbaan. De snelheid dient weldoordacht aangepast te worden naargelang de situatie en infrastructuur (vb. Krijgsbaan: 50 km/u is te laag).
    Bij het aanleggen van oversteekplaatsen dient een optimale veiligheid nagestreefd te worden. (tunnels goed verlicht en event. Politiecontrole).
    Op winkelassen dienen er voldoende oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers aangelegd te worden.
    Gevaarlijke verkeerspunten dienen duidelijk aangegeven te worden (b.v. 'dodenbocht' krijgsbaan met knipperlichten; versmalling GB; begeleidende witte lijn op kruispunt 'afgebroken brug'; spiegel aan kruispunt Edegemsestraat/Edm. Thieffrylaan; … )
  3. Bij de inrichting van de openbare ruimte kan de 'erffunctie' de prioriteiten bepalen. Doch de waarden van bepaalde functies in een wijk dienen vooraf duidelijk bepaal te worden.
    Tegelijkertijd vraagt dit ook de inrichting van de juiste en voldoende infrastructuur bij openbare of drukbezochte plaatsen b.v. voldoende (gratis) parkeerplaatsen aan der and van winkelcentrum, bibliotheek en academie in Eggestraat; voldoende en gemakkelijk bereikbare haltes voor openbaar vervoer aan b.v. kerkhof Cantincrode, luchthaven, bib, toekomstig JOC, … .
    De zwakke weggebruiker mag echter geen verkeersremmende functie gegeven worden (zoals fietsers in A. Stockmanslei, voetgangers en fietsers aan St. Benedictuskerk, … .)
  4. Bij aanpassingen van openbaar vervier moet het organiseren van ringtrajecten beschouwd worden als absolute prioriteit. Hiervoor kan men voor minder drukke trajecten gebruik maken van kleinere bussen. Tevens dient gestreefd te naar een 24-uren dienst van openbaar vervoer- (afgestemd op piekmomenten en -plaatsen).
    De verlenging van tramlijnen kan een zinvol initiatief zijn, doch andere initiatieven dienen voldoende onderzocht te zijn. Zo kan de inrichting van gescheiden buszones goedkoper zijn en toch vlot verkeer garanderen. Het knooppunt van het openbaar kan zo gelegd worden in onze gemeente.
    Tevens dient men ernaar te streven dat er minder lijnen over een gelijklopend traject liggen, maar echter wel goede aaneensluitingen van de verschillende lijnen binnen het ringtraject.
    Bij dit alles dient men steeds rekening te houden met aantrekkelijke tarieven doch daarom niet noodzakelijk gratis openbaar vervoer.
  5. Het zwaar (doorgaand) verkeer moet uit de wijken geweerd worden. Bij de aanleg van een ring moet men een duidelijke analyse opstellen waaruit af te leiden valt of deze niet te duur is en het gewenste effect verkregen wordt. Algemeen dient men het zwaar doorgaand verkeer te motiveren via alternatieve wegen (spoorwegen, waterwegen, …) te vervoeren.
    Voor het plaatselijk zeer zwaar verkeer kan maximaal gebruik van gewestwegen getolereerd worden.
    Het laden en lossen op de wegen dient zeker tijdens spitsmomenten geminimaliseerd te worden.

Aanvullende visiepunten :

  1. Voor de inrichting van een betere en veilige verkeersinfrastructuur kan, indien geen alternatieven voor handen zijn, slechts gedeeltelijk gebruik gemaakt worden van 'den berm', doch zeker in acht gehouden te worden dat de bestaande functies ervan niet in het gedrang komen.
  2. Aan de rand van winkelcentra en aan drukbezochte plaatsen dienen voldoende en gratis parkeergelegenheden voorzien te worden, om alzo het parkeren in het winkelcentrum te ontmoedigen.
    Het gevaarlijke dubbelparkeren dient gesanctioneerd te worden.
  3. Ook de inbreng van de politie kan de verkeersveiligheid bevorderen. Hierbij denken we naast controle op de weg ook aan verkeersopleiding.
  4. De wegen dienen te worden uitgerust met voldoende, juiste en duidelijke infrastructuur, zoals straatnaamborden, goed gesynchroniseerde verkeerslichten, wegmarkeringen, wegbedekking (Van Arteveldestraat, Edm. Thieffrylaan), … .
  5. Bij aanpassingen van het mobiliteitsplan (en verkeer algemeen) dient men voldoende overleg te plegen met alle betrokken partijen in de gemeente. Maar men moet teven vertrekken van een intergemeentelijk verkeersbeleid. M.b.t. woonwijkverkeer niet enkel de bewoners uit de woonwijk, maar ook de buren, de gebruikers, ..; aanhoren.
    Wel dienen de burgers (en …) goed geïnformeerd te worden van de (vernieuwde) situaties.
  6. Bij de inrichting van verkeer dient men rekening te houden met alle alternatieven, zo ook het luchtverkeer. Doch de veilige en aanvaardbare leefomstandigheden van de omgeving dienen gewaarborgd te blijven (bv. minimaal nachtluchtverkeer).

De Jeugdraad duidt volgende punten in de gemeente aan als knelpunten:

 

[terug]

laatste wijziging: 13/12/98