Inleiding:
Fort 4 is een 31 ha groot groen gebied in het hart van Mortsel.
Het is op het gewestplan aangeduid als parkgebied, met een aantal geklasseerde delen zoals het binnenfort, droge gracht, contrescarpe.
Advies milieuraad van 12 januari 2012:
De milieuraad betreurt aan de hand van de ruimtebalans te moeten vaststellen dat tot nu toe bij de opmaak van rup’s gebruik gemaakt wordt om “natuur”(of parkgebied) om te zetten in hardere bestemmingen zoals woongebied en dagrecreatie. Zeker voor fort 4, waar “natuur” de hoofdfunctie van het gebied is, is het triest dat het stadsbestuur kiest om 5.736 m² park verloren te laten gaan.
De milieuraad wenst dat alle plannen voor Fort 4 getoetst worden aan twee belangrijke principes:
- het binnen- en buitenglacis vrijwaren van verdere bebouwing
- het rustprincipe in het binnenfort
De milieuraad sluit zich aan bij de adviezen van 17/03/2011 en 3/10/2011 van het Agentschap Natuur en Bos (ANB):
- ANB is van mening dat eerst het parkbeheerplan dient afgewerkt te worden en het RUP uitvoering dient te geven aan de visie die in het parkbeheerplan vervat zit.
- Het voorontwerp RUP houdt onvoldoende rekening met het voorkomen van vleermuizen en de verschillende functies die het fort vervult voor deze dieren.
- Het ANB stelt vast dat het voorontwerp in zijn huidige vorm een significante impact heeft op de aanwezige vleermuizen en dus strijdig is met het Soortenbesluit. Compensaties zijn niet voorzien.
- De zones die ingenomen worden, maar waar nu vleermuizen voorkomen, worden niet gecompenseerd.
- De stedenbouwkundige voorschriften geven bovendien onvoldoende bescherming t.o.v. verdere aantasting van het parkgebied.
Volgende opmerkingen werden gemaakt op basis van een bespreking per artikel:
- Art. 0.4 – gebruik van materialen:
- Het gebruik van waterdoorlatende materialen is verplicht voor de zones die niet tot het openbaar domein behoren. De milieuraad vraagt om dit uit te breiden tot gans het gebied (dat immers grotendeels openbaar domein is!).
- Art. 0.7 Principes van duurzaam bouwen:
- Dit is een positief element in het RUP.
- Art. 0.9 Bescherming Vleermuishabitat
- De milieuraad vraagt om expliciet de factoren waar een vleermuis gevoelig voor is op te nemen (zoals warmte, tocht, vochtigheid en verstoring). Deze parameters zijn noodzakelijke voorwaarden om vleermuizen te hebben en te houden, en toekomstige plannen moeten daar altijd op afgestemd worden.
- Art. 1.1 Zone voor binnenfort en vleermuishabitat:
- De inplanting van een polyvalent paviljoen met reca-mogelijkheden in het binnenfort wordt door de milieuraad afgewezen. Een rendabele uitbating van een dergelijke infrastructuur zal immers resulteren in veel evenementen waardoor het parkgebied en de natuur onder druk komt te staan. Onderzocht zou moeten worden of dergelijke grootschalige infrastructuur elders ingeplant kan worden. Volgende niet limitatieve suggesties werden gedaan:
- Een degelijk onderzoek instellen wat betreft de mogelijkheden van bestemming van het Stadhuis. Afhankelijk van deze resultaten:
- Het stadhuis herbestemmen zodat het plaats biedt aan zowel een polyvalente zaal als aan de stadsdiensten.
De argumenten pro deze piste zijn:
- Minder ruimtebeslag en een betere benutting van het gebouw of de ingenomen ruimte (stadsdiensten en festiviteiten vinden plaats op andere tijdstippen zodat onderlinge hinder beperkt zal zijn)
- Weinig potentieel gehinderden (geen NIMBY)
- Aansluiting op openbaar vervoer en de ondergrondse parking
- Centraal gelegen, aansluitend op stadsplein (openlucht evenementenlocatie)
- Plaatsen van bruggen in fort 4 zijn niet meer noodzakelijk, of in ieder geval minder urgent.
- Ecologische nieuwbouw van Stadhuis met polyvalente zaal onderaan: compact, mogelijkheid om energieverslindend stadhuis te vervangen.
Dit voorstel heeft daarnaast ook nog dezelfde voordelen als de herbestemming van het huidige stadhuis.- Realisatie van het project in samenwerking met verschillende buurgemeenten op een andere, meer aangewezen plaats.
Voordelen: betere kostenspreiding en (ruimte)benutting.- Art. 1.4 Art. 1bis Deelzone voor vleermuishabitat:
- Er zijn nog andere vleermuizenrustplaatsen dan deze die momenteel op het plan zijn aangeduid. Het stadsbestuur mag zich niet beperken tot de winterverblijfplaatsen, maar moet bijvoorbeeld ook de zomerverblijfplaatsen opnemen in het plan. De milieuraad vraagt dat het stadsbestuur een beroep doet op Natuurpunt (en meer bepaald de vleermuizenwerkgroep) om de leefgebieden van vleermuizen te inventariseren.
- Vleermuizen kunnen evenmin de stedenbouwkundige voorschriften lezen om te weten waar ze mogen huizen. De milieuraad stelt daarom voor om van zodra er bijkomende zones ontdekt worden met vleermuizen, deze automatisch ook vleermuizenhabitat worden. Plaatsen die door vleermuizen verlaten werden, dienen wel als potentieel habitat behouden te blijven.
- Op het plan pag. 23 ontbreekt ook de bunker tussen hoofdfrontgebouw en binnenfort als vleermuizenlocatie (deze staat wel op pag. 29 bij een ander artikel over een andere zone). De milieuraad vraagt om de plannen te controleren op juistheid en ze aan te passen / aan te vullen.
- Art. 5 Zone voor dagrecreatie
- De bebouwbare zone aan de sporthal wordt (na de grensoverschrijding t.o.v. het gewestplan met de bouw van de grotere turnhal) nogmaals uitgebreid!!!! In de toelichtingsnota spreekt men zelfs van een nieuwe sportschuur naast / aan de huidige sporthal.
- De milieuraad wenst een moratorium op bijkomend ruimtebeslag (en dus ook geen bijkomende bebouwing op deze plek). Het is niet omdat natuur- en parkgebied goedkoper is dat het alsmaar verder bebouwd moet worden.
- De milieuraad verwijst ook naar haar adviezen over de turnhal: Dezelfde knelpunten gelden immers bij nieuwe bebouwing op deze zone.
- Parking naast sporthal: de milieuraad vraagt dit stuk over te hevelen naar art. Art. 9 Zone voor openbaar domein
- Art. 6 Zone voor woongebied
- De huidige parking aan de Liersesteenweg tegenover de Vestinglaan (foutief op plan aangegeven als “Kerkstraat”) vormt een mooi doorzicht naar fort 4 en is een veel gebruikte trage-wegenverbinding. Het is samen met de pittoreske half-open bebouwing aan de linkerzijde een welgekomen onderbreking van de hoge lintbebouwing langs de straat. De milieuraad vraagt daarom om deze zone niet als woongebied in te kleuren. Ook dient een indicatieve pijl aangebracht te worden voor deze trage-wegenverbinding.
- Art. 6.3 Gebouwen:
- De bepaling “De zijgevels worden ingeplant op de perceelgrens” is oubollig. Zoals de stad Mortsel in het gemeentelijk informatieblad zelf aangeeft, kan er beter geopteerd worden voor een zogenaamde “ontkoppelde scheimuur”. Door te bouwen met twee aparte muren links en rechts van perceelgrens met daartussen isolatie bekomt men een betere geluids- en warmte-isolatie.
- Om energiezuinig te kunnen (ver)bouwen met voldoende hoge binnenruimtes kan het noodzakelijk zijn om de kroonlijsthoogte te laten afwijken t.o.v. buren.
- De milieuraad vraagt om de voorbeeldprofielen op te nemen zoals voorgeschreven in RUP Ter Linden, waar wel rekening gehouden werd met de dikke dak – en vloerisolatie die energiebewust bouwen vraagt.
- Art.7 inrichting tuinen.
- De tuinen sluiten nauw aan bij het parkgebied. Zij vormen een belangrijke meerwaarde voor het groengebied. Door hun inrichting met groene hagen en struiken hebben zij mogelijks een rechtstreekse impact op het bosvogelbestand omdat ze als fourageer- en nestgelegenheid kunnen dienen.
- De afsluitingen tussen parkzone en de aangrenzende tuinen dienen doordringbaar te zijn voor kleine zoogdieren, zoals bv egels.
- Art. 8 Zone voor bijgebouwen en garages
- De milieuraad vraagt om de maximale bouwhoogte te beperken tot 3 meter.
- Art. 10 Reservatiezone voor openbaar domein (= fortstraat)
- Met de voorliggende plannen zal het verkeer dat vroeger gebruik maakte van de Fortstraat zich verplaatsen naar de Drabstraat, een fenomeen dat nu al merkbaar is door de werken aan het Stadsplein.
De milieuraad vraagt om de verbinding Krijgsbaan – Liersesteenweg via Fortstraat te behouden omdat de nu gebruikte alternatieve route via de Drabstraat langer is en bewoond door meer potentieel gehinderden (ong. 80 t.ov. 450 bewoners).
De milieuraad vraagt zich af of het opportuun is om meer burgers te hinderen en meer milieuvervuiling te genereren door de Fortstraat in te richten als inrichting voor lokaal verkeer.- Art. 12 Zone voor langzaamverkeersverbinding
- De milieuraad is niet gewonnen voor al te veel bruggen over de fortgracht. Het binnenfort wordt best een beetje gevrijwaard van teveel menselijke drukte.
- De milieuraad vraagt om de nu reeds druk gebruikte (officieuze) verbinding Station – zwembad – Drabstraat en sporthal/Neerhoevelaan aan te geven op het plan.
De milieuraad dringt aan om het “kastanjebosje” (tussen zwembad en politiekantoor) en de parking aan de Dosfellei (achter stadhuis) uit het RUP Stadsplein te lichten en op te nemen in het RUP fort 4. Deze zones vormen een landschappelijke eenheid met het fort, en vormen vanuit historisch en ruimtelijk oogpunt geen onderdeel van het stadsplein. Dit laat ook een herbestemming van de parking in functie van fort 4 toe.
De milieuraad vraagt aandacht voor de waterkwaliteit van de fortgracht. Het RUP dient daarom aandacht te hebben voor infrastructuur die noodzakelijk is om het afstromend hemelwater naar de fortgracht te kunnen zuiveren (vb. rietveld). Vervuiling en eutrofiëring van de fortgracht dient beperkt te worden.
.......
laatste wijziging:23/01/12