Berghmans Hugo;Boudewijns Raymond; Cuypers Koen; Desmyter Jan; Devisch Ronny; Dierick Jean; Iven Ivo; Lambert Griet; Peeters Veerle; Tobback Marc; Van Dyck Paul; van Huygevoort Leo; Van Puyvelde Jeannine
In zijn streven om nauwer samen te werken met de milieuraden van de lokale
besturen, vraagt de MiNa-Raad het advies van de gemeentelijke milieuraden
omtrent het waterzuiveringsbeleid op het gemeentelijke niveau. Dit is niet
alleen een oefening in participatie, het is bovendien een vraag tot zeer
concrete inbreng voor advisering door de MiNa-Raad over een actueel probleem
waarbij het gemeentelijke niveau nauw betrokken is. De actualiteitswaarde van
het voorliggende project wordt onderstreept door het Vlaamse regeerakkoord1 met
het vastleggen van de scheidingslijnen tussen collectieve en individuele
zuivering en tussen gemeentelijke en bovengemeentelijke bevoegdheden, de
afbakening van zuiveringszones, het opmaken van gemeentelijke uitvoeringsplannen
en modelleringstudies, de stimulering van de uitbouw van het gemeentelijke
rioleringsnet, de afspraken over de scheiding van hemel- en afvalwater, …
Deze nota heeft tot doel om de gemeentelijke milieuraden die betrokken zijn in
het Participatieproject 2004 te informeren over diverse aspecten van het
waterzuiveringsbeleid op het gemeentelijke niveau. De nota is een bewerking van
de meest relevante delen uit diverse nota’s van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Niet alle aspecten van het waterbeleid werden gedetailleerd behandeld. Dit was
niet mogelijk en ook niet nodig. Er zijn immers nog kansen om andere aspecten
aan te kaarten. Na deze adviesronde organiseert de MiNa-Raad nog een workshop op
vrijdag 19 november 2004 in Brussel (uitnodiging volgt later) en een enquête
vanaf januari 2005. De gemeentelijke milieuraad kan in zijn advies ook alle
aspecten belichten die hij relevant acht.
De MiNa-Raad gaat uit van het principe van algemene verplichting van
waterzuivering en van het principe van de maximale scheiding van afvalwater en
van regenwater. Dat wordt op geen enkel moment in vraag gesteld. De adviesvraag
gaat bijgevolg over de concrete uitwerking van deze principes.
De vragenlijst van de MiNa-raad werd in de milieuraad collectief ingevuld.
Resultaten : zie advies
De stad Mortsel heeft tot nu toe een milieuconvenant afgesloten met het Vlaams gewest waarin een verbintenis werd aangegaan om voor de cluster “afval” te werken volgens de criteria van niveau 2. Hierin werd de stad opgelegd minder dan 150 kg/inwoner restafval te produceren in 2005.
Gezien het niet mogelijk zal zijn om aan dit criterium te voldoen, stelt het
stadsbestuur voor om een andere cluster in niveau 2 te selecteren.
Er werd geopteerd om te gaan werken aan “water” in niveau 2. Hieraan kan de stad
(met de vingers in de neus) voldoen: in het kader van het DULO-waterplan een
actieplan opstellen en actie uitvoeren.
In 2005 gaat de stad rond afval werken in niveau 1 waarbij er 200 kg
restafval per inwoner geproduceerd mag worden (nu wordt er 175 kg/inwoner
geproduceerd).
Om niveau 2 te kunnen halen in 2005 zou het stadsbestuur moeten terugvallen op
een verhoging van de retributie op de restafvalzakken. Met sensibilisatie heeft
men zijn maximum afvalreductie reeds bereikt.
Het grote probleem is de GFT+ en de PMD die nog steeds in de restafvalzak
terechtkomt.
Advies milieuraad: zie adviezen
Gemeenten die banden inzamelen op het containerpark kunnen deze vanaf 1 april kosteloos laten afhalen door een ophaler aangeduid door Recytyre.
Het ophaalsysteem is het gevolg van de aanvaardingsplicht voor afvalbanden.
Vanaf 1 februari 2005 zal Recytyre een milieubijdrage heffen op verkochte banden
om de inzameling en verwerking van banden te financieren. Het systeem is te
vergelijken met het huidige systeem voor bv. koelkasten en andere elektrische
apparatuur.
De consument betaalt 2.40 euro voor een band van een personenwagen.
Op dit ogenblik moet men in Mortsel 1 euro retributie betalen per band die afgeleverd wordt op het recyclagepark (met een maximum van 2 banden).
Analoog aan de situatie die zich voordeed bij de invoering van het recupel-systeem, adviseert de milieuraad de retributie tot 0 euro te herleiden (zie advies)
Meer info: http://www.recytyre.be
Vanaf 1/2/2005 gaat de nieuwe gewestelijke verordening hemelwater in voege.
Mortsel heeft op 26/10/1999 reeds een gelijkaardig reglement goedgekeurd, doch dit was niet afdwingbaar omdat de hogere overheid er geen goedkeuring aan gegeven heeft.
Er zijn dus geen aanpassingen noodzakelijk om de gemeentelijke en de gewestelijke regelgeving op elkaar af te stemmen.
In bijlage 2 kan u het voorlopig advies van de GECORO vinden i.v.m. de zone "park Oude God" en het stadsplein.
In eerste instantie verliep de bespreking van beide plannen erg emotioneel. (de discussie samenvatten in het verslag was een onmogelijk opgave).
Vervolgens hebben de leden van de milieuraad de tentoonstelling met maquettes over de projecten bezocht in de wandelgang van het stadhuis.
Het voorontwerp ruimtelijk structuurplan is beschikbaar!!!
De milieuraad zal over een exemplaar beschikken dat kan circuleren onder de leden.
Er werd overeengekomen een advies te geven over het plan op de milieuraad van mei 2005.
Er werden opnieuw vaten met olie gestort aan de ringweg rond fort 3. Deze maal is er gelukkig geen milieuvervuiling opgetreden.
In de zitting van 7 februari 2005 heeft het college van Burgemeester en schepenen zijn goedkeuring gehecht aan de afrekening over de gebruikte gelden 2004.
De toelage van 1.240 euro, voorzien in de begroting 2005 zal in de loop van maart uitbetaald worden
De Nacht van de Duisternis is de jaarlijkse sensibiliseringscampagne over lichthinder en lichtvervuiling. Gemeenten, bevolking, handelaars en industrie worden aangespoord om tijdens de nacht van 19 op 20 maart de verlichting een tikkeltje minder te zetten.
Het Mortselse stadsbestuur heeft beslist om niet deel te nemen aan deze actie, noch om het “Charter Lichthinder” te ondertekenen.
Meer info:
Woensdag 16 februari trad het Kyotoprotocol in werking. Steden en gemeenten kregen in het Kyotoprotocol geen verplichtingen opgelegd, maar kunnen wel een cruciale rol spelen in het bereiken van de doelstellingen. Dat werd ook zo gezien tijdens de Internationale Top over Duurzame Ontwikkeling in Rio in 1992. Toen al werd de voorbeeldrol en de cruciale inbreng van lokale overheden in de communicatie en het engagement rond duurzame ontwikkeling expliciet naar voor geschoven.
Vorig jaar ontwikkelde Bond Beter Leefmilieu samen met de stad Antwerpen een lokaal Kyotoprotocol. BBL ziet dit voorbeeld graag verspreid en roept daarom andere steden en gemeenten op om dezelfde uitdaging aan te gaan. Het lokaal Kyotoprotocol is een actieplan en tegelijk een uithangbord voor het engagement van uw gemeente. Het voorziet drie ambitieniveaus. Het eerste niveau voorziet in een daling van het energieverbruik met 1% per jaar, zowel voor de gemeente als voor de bevolking. Het tweede niveau houdt zich aan de Kyotodoelstellingen: een vermindering tegen 2010 van de uitstoot van broeikasgassen met 7,5% ten opzichte van 1990. Met het derde niveau speelt een gemeente in op de lange termijn visie van het International Panel on Climate Change, die reducties voorziet tot 70%.
Heeft u interesse in de begeleiding bij het opstellen van een Kyotoactieplan, dien dan, voor 15 maart, uw inschrijving in bij Bond Beter Leefmilieu.
Meer info: Oproep Lokaal Kyotoprotocol, Dirk Knapen, 02 282 17 44.
Het stadsbestuur gaat geen gemeentelijk Kyoto-protokol ondertekenen. Het ganse gebeuren levert geen baten op voor de stad, maar veroorzaakt wel veel administratieve rompslomp.
Het is beter dat deze energie rechtstreeks ingezet wordt voor de realisatie van de doelstellingen (wat de stad nu reeds doet!).
In de gemeenteraadscommissie ter voorbereiding van de gemeenteraad van 22 februari 2005 werd het straatmeubilair voor de Antwerpsestraat voorgesteld.
Men presenteerde vijf meter hoge lichtzuilen (metaaljodidelamp, vermogen: 70 W) die zeker niet voldoen aan de vereisten om lichthinder te beperken (geven uitsluitend strooilicht, licht gaat alle richtingen uit behalve op de straat).
Op de Grote steenweg in Berchem (ter hoogte van de Drie Koningenstraat) kunnen we de lichtzuilen in werking zien. We moeten daar vaststellen dat de zuilen geen bijdrage leveren bij de verlichting van de straat (let op de schaduwen op de foto).
De zuilen zullen dienen als markering van de zebrapaden (4 per zebrapad, in totaal 32 zuilen). Dit is noodzakelijk om de zichtbaarheid van de zebrapaden tussen de bomen te vergroten (de dubbele rij bomen op de midenberm zou zorgen voor een gezichtsvernauwend tunneleffect)
Ter info: De verlichting van de rijbaan bestaat uit lampen van 150 W (masten op tram-, bus-baan) en 55 W.Om de vrije tram- en busbaan te beveiligen tegen willekeurig overstekende voetgangers gaat de middenberm afgesloten worden met een hek dat ongeveer alle 80 meter onderbroken wordt. In het oorspronkelijk ontwerp van de rijbaan was hiervoor een begroeide afsluiting gepland.
Het stadsbestuur opteert nu voor een naakt stalen hek: dit type afsluiting vergt namelijk veel minder onderhoud (werkuren van stadspersoneel).
Nu de studies van het Dulo-waterplan koude-beekgebied afgerond worden, dienen we te denken aan acties vanuit de gemeente.
Dit punt zal besproken worden in de milieuraad van april 2005.Er wordt opgemerkt dat bij de heraanleg van de Liersesteenweg bekeken moet worden hoe de kruising met de koude beek ecologisch ingepast kan worden in het project. Er zou een soort van ecoduct voorzien moeten worden om beide stukken van het stroomgebied met elkaar te verbinden.
Op vrijdag 18 februari werd er in Mortsel nagegaan of wonen in onze stad nog betaalbaar is.
Verslag van de vergadering: zie pdf-bestand
laatste wijziging: 14/08/16