Aerts Christof; Berghmans Hugo; Bouchery Johan; Bruijn Karel; Collaert Petrus; Creemers Annemie; de Bruycker Bram; De Laet Marina; De Schepper Guido; Dedecker Els; Desmyter Jan; Dieltjens-Faes; Feyen Karen; Gerardyn Aagje; Hateau Roland; Henderieckx Bart; Iven Ivo; Leten Gert; Mertens Erik; Mertens Francis; Mous Gerard; Palstermans Johan; Puttaert Denise; Schamp Lieve; Tobback Marc; Van Campen Sarah; Van d' Helsen Cecile; Van Hove Arnold; 8 anderen
Van 8 tot 12 juni 2009 kon je de tentoonstelling ‘Mijn €nergiezuinige woning' in het vergaderlokaal van de technische dienst in fort 4 bezoeken.
Deze tentoonstelling vertrekt van praktische vragen die er op het vlak van bouwen en wonen bestaan (kosten, opbrengst, werking, levensduur, terugverdientijd, …). Er worden praktische en haalbare adviezen gegeven om je woning energetisch te optimaliseren. Ook de financiële en fiscale steunmaatregelen voor duurzaam bouwen krijgen de nodige aandacht.
Bram De Bruycker, architect bij 3Db-studio.be was de spreker van dienst. Hij heeft zich gespecialiseerd in passiefbouw met traditionele bouwmaterialen.
De spreker toonde hoe het mogelijk was met traditionele materialen, waar de bouwvakkers erg mee vertrouwd zijn, toch een ‘passieve’ woning te bouwen. Het verschil in bouwwijze is vooral te vinden in dikkere buitenisolatie in combinatie met doordachte oplossingen om koudebruggen te elimineren.
Een passiefhuis is zeer energiezuinig en gericht op een goed winter- en zomercomfort. Met het vermogen van een strijkijzer blijft een passiefhuis ‘s winters warm. Er moet dus geen klassiek verwarmingssysteem meer worden geïnstalleerd. Het totale energieverbruik van een passiefhuis is gemiddeld 75 procent lager dan een traditionele nieuwbouwwoning. Ten opzichte van het bestaande Vlaamse woningbestand ligt het energieverbruik (en bijbehorende energiefactuur) zelfs tot 85 procent lager.
In de rondvraag leerden we dat:
Meer info: de presentatie van de infoavond ( - 3.5MB)
Naar aanleiding van een bespreking op de afdelingsvergadering van de
technische dienst, heeft het stadsbestuur volgende adviesvraag naar de
milieuraad doorgezonden:
“In een aantal straten zijn straatbomen aanwezig (of voorzien) die door
grootte en ligging voor schaduw op de daken (kunnen) zorgen waardoor de
plaatsing van zonnepanelen voor de productie van elektriciteit of warm water op
deze daken onmogelijk is of kan worden (ernstige impact van schaduw op
rendement).
Het is aangewezen dat er vanuit het bestuur een standpunt wordt ingenomen
(primeren de straatbomen of de opwekking van hernieuwbare energie) en er wordt
ter zake een advies van de milieuraad gevraagd.”.
Het dilemma “bomen vs. zonnepanelen” zorgde ervoor dat de mailbox snel volliep met een ganse reeks reacties:
De milieuraad heeft volgend advies unaniem uitgebracht:
De milieuraad ziet het dilemma waarvoor het stadsbestuur in bepaalde gevallen geplaatst kan worden.
De milieuraad is er zich van bewust dat lokale energieopwekking een kleine, maar niet te verwaarlozen bijdrage kan vormen in de omschakeling naar hernieuwbare energiebronnen.
Investeringen in zonne-energie zijn duur en pas na langere tijd rendabel. Een potentiële investeerder heeft daardoor nood aan zekerheid op lange termijn.Anderzijds vormen bomen een belangrijke meerwaarde voor de stedelijke leefomgeving, onder meer door het rustgevende karakter van groen, het verkoelende effect van groen tijdens de zomermaanden, hun rol als natuurverbindingselement, de luchtzuiverende eigenschappen, ….
De milieuraad is van oordeel dat een samengaan van duurzame lokale energieopwekking en natuur mogelijk is in een stedelijk gebied door een oordeelkundige keuze van boomsoorten, een eventueel knotbeleid en een inplanting van de bomen in functie van minimale schaduw op mogelijke zonnepanelen.
De milieuraad adviseert het stadsbestuur unaniem dat:
- voor bestaande bomen geen algemene maatregelen dienen opgelegd te worden. De bestaande toestand is in eerste instantie bepalend. De investeerder kan vooraf de impact van de bestaande situatie inschatten op zijn investering. Dit neemt niet weg dat er in onderling overleg bepaalde maatregelen genomen kunnen worden om hinder in de toekomst te verminderen.
- voor nieuwe aanplant rekening dient gehouden te worden met de impact van de boomschaduw op bestaande en nieuw te bouwen zonne-installaties. De mogelijkheid tot lokale opwekking van zonne-energie dient hierbij prioritair te zijn. Bouwhoogte en de zonnebaan vormen hier de leidraad voor de boomkeuze, wijze van onderhoud en plantplaats. Het recht op zon dient niet absoluut te zijn – eigenaars moeten kunnen instemmen met een beperkt verlies aan rendement ten gevolge van schaduw.
Omdat niet enkel straatbomen een schaduw kunnen werpen op (het rendement) van zonnepanelen, vraagt de milieuraad om de bovenstaande principes ook toe te passen op ander groen, nieuwbouwprojecten en andere constructies.
Om voldoende rechtzekerheid op langere termijn te bieden, is het noodzakelijk om bij de opmaak van Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (RUP’s) de nodige bepalingen op te nemen voor “erfdienstbaarheden” zodat de toegang tot zonne-energie gewaarborgd is.
Een lijst met straatboomsoorten en hun te verwachten omvang zal bijeengezocht
worden.
Deze wordt bij een volgend verslag gevoegd.
Meer info:
In de gemeenteraad van juni 2009 staat er het subsidiereglement mulchemaaiers (zie bijlage A) op stapel. De milieuraad wordt geacht hierover advies te geven.
Er wordt voorgesteld om de inwoners een subsidie toe te kennen van 20% met een maximum van 75 euro.
Het stadsbestuur heeft voorgerekend dat de maatregel zichzelf zal terugverdienen binnen de 3 à 4 jaar doordat er minder grasmaaisel terecht komt op het recyclagepark en bij de GFT+-ophaling.
De milieuraad geeft unaniem gunstig advies aan het voorgestelde subsidiereglement.
De milieuraad vraagt het stadsbestuur om de tekst van het subsidiereglement dusdanig te verfijnen dat enkel hoogwaardige mulchemaaiers in aanmerking komen voor subsidie die niet omgebouwd kunnen worden tot een gewone grasmaaier.
Meer info:
Het college (2 februari 2009) ging principieel akkoord met een
beheersoverdracht aan de opdrachthoudende vereniging IGEAN milieu en veiligheid
voor wat betreft de bouw en exploitatie van een nieuw recyclagepark op de
gronden gelegen Cantecroylaan 32 te Mortsel.
Het college besliste in dezelfde zitting dat de gronden voor de bouw van het
recyclagepark kosteloos in gebruik zullen worden gegeven aan IGEAN milieu en
veiligheid.
Verder werd beslist dat de exploitatie van het nieuwe recyclagepark gepaard gaat met de invoering van het gemeenschappelijke DIFTAR-systeem van IGEAN milieu en veiligheid, zoals toegepast in de containerparken van de buurgemeenten Hove, Boechout, Borsbeek, Kontich, Lint, Aartselaar, Rumst, Schelle en andere gemeenten die mogelijk nog toetreden tot dit systeem.
De containerparken die IGEAN exploiteert, werden eveneens uitgerust met
eenzelfde registratiesysteem dat elke bezoeker registreert aan de hand van de
identiteitskaart.
De burgers van een gemeente kunnen niet enkel terecht op het containerpark van
hun gemeente, maar eveneens op het containerpark van een andere gemeente die
deelneemt aan het IGEAN systeem.
De openingsuren van de verschillende betrokken containerparken kunnen eveneens
op elkaar afgestemd worden, zodat de burgers op elk ogenblik van de week (van
maandagmiddag tot zaterdagavond) ergens op een containerpark terecht kunnen.
Hierdoor verhoogt de service naar de burger toe, zonder dat de kosten voor elke
individuele gemeente verhogen.
De milieuraad geeft unaniem gunstig advies aan het voorgestelde beheersoverdracht omdat het voorstel uitvoering geeft aan de visienota leefmilieu die eerder dit jaar al gunstig geadviseerd werd door de milieuraad.
Meer info:
Zoals vorige vergadering reeds werd vermoed, is er een duidelijk verschil tussen de plannen die op de gemeenteraad van 28/04/2009 zijn voorgesteld en het ontwerp RUP waarover de milieuraad beschikt.
Bij navraag blijken versies van RUP Agfa-Gevaert én RUP Mayerhof die de
milieuraad bekomen had, verouderd.
Er werd ons meegedeeld dat de milieuraad deze documenten niet via de
loketfunctie van de technische dienst moet opvragen , maar in de toekomst
dadelijk de dossierverantwoordelijke dient aan te spreken.
De juiste plannen van RUP Mayerhof zijn ondertussen via e-mail verspreid (de versie die beschikbaar is op de website van de stad Mortsel in het kader van het openbaar onderzoek).
Het juiste plan van RUP Agfa-Gevaert werd de milieuraad op 16 juni 2009
bezorgd en doorgezonden aan de leden.
De stedenbouwkundige voorschriften en de toelichtingsnota werden op hetzelfde
moment opgevraagd bij de dossierverantwoordelijke maar ze hebben de mailbox van
de milieuraad bij het ter perse gaan van dit verslag (25 juni 2009) nog niet
bereikt.
Op basis van de bespreking in de milieuraad van april én de nieuwe plannen werd een advies opgesteld na emailoverleg met de leden van de milieuraad.
Er werd opgemerkt (spijtig genoeg nadat het advies reeds ingediend was) dat de pakweg 16 volwassen lindebomen langs de Roderveltlaan in de zone voor wegenis vallen. Er wordt gesteld dat het opofferen van deze dreef, die de entree naar Mortsel vormt, voor de bijl mogen
Bij de opmaak van het advies over RUP mayerhof zullen ook volgende bijkomende thema’s opgenomen worden:
Meer info:
Het mengpuin werd aangekocht bij een erkend recyclagebedrijf en is voorzien van een COPRO keuring zoals voorzien in het VLAREA (uitvoeringsbesluit afvalstoffendecreet). Conform het VLAREA mag dit puin een beperkte hoeveelheid hechtgebonden asbest bevatten. De COPRO keuring is een kwaliteitsgarantie voor de afnemer dat aan de voorwaarden van het VLAREA wordt voldaan.
In uitvoering van het voorzorgsbeginsel en om de mogelijke verspreiding van asbesthoudend afval te voorkomen, hebben de stadsdiensten de fundering van de fietsstalling aan het RVT “meerminne” afgedekt met een kunststoffolie.
Hoewel de Vlaamse wetgever de aanwezigheid van hechtgebonden asbest in
steenpuin toestaat, wil het stadsbestuur de verspreiding van hechtgebonden
asbestafval in het milieu voorkomen en daarom is onze resterende voorraad
mengpuin intussen afgevoerd naar een erkende verwerker voor hechtgebonden
asbestafval.
Er is er beslist om ter vervanging zuiver betonpuin aan te kopen bij een erkend
recyclagebedrijf en met COPRO keuring.
Ondertussen heeft de milieuraad ook vernomen dat:
In de vorige vergadering werd voorgesteld om ook in Mortsel een fietsserviceplaats (kleine fietsherstellingen +fietsverhuur) te organiseren.
't Nieuw kla4 (een centrum voor arbeidszorg en arbeidsrehabilitatie aan de
Antwerpsestraat te Mortsel) is geïnteresseerd om hieraan mee te werken.
De nodige contacten tussen de organisatie en het stadsbestuur zullen gelegd
worden.
Er werden geen punten aan de milieuraad gemeld.
De Mortselse milieuraad heeft bij de provinciale minaraad gepolst naar een eventuele samenwerking rond asbestsensibilisatie.
Hierop werd zeer gunstig gereageerd. Naast voor de nodige financiële middelen te zorgen, heeft de provinciale minaraad reeds contacten gelegd met andere partners zoals provinciaal veiligheidsinstituut.
Op 6 juli 2009 zal een eerste oriënterende vergadering plaatsvinden.
Volgende agendapunten kwamen aan bod:
Sinds 1979 wordt de Uniforme Methode voor Waardebepaling van straat-, laan- en parkbomen behorend tot het openbaar domein in Vlaanderen algemeen gebruikt door openbare besturen voor de berekening van o.a. schadevergoedingen voor vernielde bomen.
Ondertussen wordt de Uniforme Methode algemeen aanvaard door Rechtbanken en Verzekeringsmaatschappijen als een objectieve en aanvaardbare berekeningswijze voor straatbomen, parkbomen en bomen in tuinen en groenzones.
De waarde van een boom wordt berekend aan de hand van 5 factoren: de basiswaarde (B), de soortwaarde (S), de standplaatswaarde (St), de conditiewaarde (C) en de plantwijzewaarde (P):
De waarde (W) van een boom (in EUR) = B * S * St * C * P
Waarbij:
Volgens de Uniforme Methode heeft een solitaire boom een hogere waarde dan een boom in een rij of een boom in groep. Het verdwijnen van een solitaire boom op een stadsplein heeft een grotere functionele impact dan wanneer één boom van een groep verdwijnt.
Meer info:
De Mortselse Jeugdraad is via een omweg te weten gekomen dat er sinds de
gemeenteraad van 21 oktober 2008, en mits aanpassing in de gemeenteraad van 17
februari 2009, een nieuw Politiereglement van kracht is in zone Minos.
De jeugdraad schrok van de impact op het jeugdleven en is daarom verbaasd dat
nooit advies aan de adviesraden gevraagd werd.
De jeugdraad vraagt de andere adviesraden om het reglement door te nemen en vraagt Greet Drooghmans om het overlegorgaan van de adviesraden hiervoor bijeen te roepen.
In het kader van duurzame ruimtelijk ordening, is het de milieuraad ook reeds
opgevallen dat het nieuwe politiereglement zaken regelt die reeds geregeld zijn
in vb het bouwreglement of op een ander bestuursniveau.
Dit ging bekeken worden in het kader van het advies over de vernieuwing van het
bouwreglement.
laatste wijziging: 06/08/19